Kenmerken van deze module

Hieronder wordt met een aantal korte "kenmerken" een beeld van het algemeen lijstprogramma gegeven.

Overzichten

* Het is mogelijk om vanuit de pakketten BASTA, KAVTA, DRANKTA,
  MEUTA en AGFTA overzichten te maken. Uiteraard is het mogelijk
  om individueel aangepaste bestanden in het pakket op te nemen.

* Een overzicht wordt opgebouwd door eenvoudig de veldnummers
  van de af te drukken gegevens op te geven, in de door de ge-
  bruiker gewenste volgorde. Het is mogelijk door middel van
  een funktietoets door de bestandsindeling van het gekozen
  bestand te "bladeren". 

Verticaal tellen

* Per af te drukken (numeriek) gegeven kan een vertikale tel-
  ling op het overzicht afgedrukt worden. Door het veldnummer
  van het betreffende gegeven met een andere funktietoets in
  te geven, wordt deze vertikale telling verder automatisch 
  door het algemeen lijstprogramma verzorgd.

Horizontaal tellen

* Per verwerkt record (bijv. een debiteur of een artikel) kan
  een horizontale telling afgedrukt worden. Te denken valt 
  aan een omzet telling, waarbij een aantal omzetvelden bij el-
  kaar geteld moeten worden, om deze te berekenen. De omschrij-
  ving van de horizontale telling moet door de gebruiker ingege-
  ven worden. Een horizontale telling wordt opgebouwd door de
  veldnummers van de te tellen gegevens op te geven. Velden kun-
  nen opgeteld, afgetrokken, vermenigvuldigd of op elkaar gedeeld
  worden. Ook kan een percentageberekening worden uitgevoerd.

Sorteren

* Het is mogelijk om een bestand voor het afdrukken te sorteren
  op max. twee velden. De eventueel opgebouwde horizontale telling
  kan daar één van zijn. De normale sorteervolgorde is van laag
  naar hoog. Desgewenst is omgekeerd sorteren, dus van hoog naar
  laag, ook mogelijk. De noodzakelijke sorteerbestanden worden
  door het algemeen lijstprogramma zelf aangelegd en na afloop
  ook weer verwijderd. Hierdoor is het mogelijk om bijvoorbeeld
  een debiteurenlijst, gesorteerd op totale omzet, af te drukken.

* Vooraf is een selectie op max. 2 of 5 velden mogelijk, afhankelijk
  van het gekozen programma. De eventueel opgebouwde horizontale
  telling kan daar één van zijn. 

Tweede bestand

* Per afgedrukt record kunnen één of meerdere records uit een
  tweede bestand worden gelezen. Voorbeeld: per afgedrukte debiteur
  kunnen ook zijn openstaande posten of de orderkopgegevens van al
  zijn orders worden gelezen. Om bestanden aan elkaar te koppelen
  moet een gemeenschappelijk kenmerk aanwezig zijn, zoals in boven-
  staand voorbeeld, het debiteurennummer. Als dit gemeenschappelijke
  kemnerk in het tweede bestand het eerste veld in de sleutel is, dan
  is een sortering van het 2e bestand niet nodig. In alle andere geval-
  len moet het 2e bestand op het gemeenschappelijke kenmerk gesorteerd
  worden.
  
* Per af te drukken (numeriek) gegeven uit het tweede bestand kan ook
  een vertikale telling op het overzicht afgedrukt worden. Deze
  tellingen worden afgedrukt bij "terugkeer" naar het eerste bestand
  en, getotaliseerd, aan het einde van de lijst.

* Per verwerkt record uit het tweede bestand kan een horizontale
  telling afgedrukt worden.

Meer tekens per inch

* Automatische omschakeling van 10 tekens/inch naar 15 of 17 te-
  kens/inch (afhankelijke van het type printer) voor overzichten
  die door hun breedte niet meer met 10 tekens/inch kunnen worden
  afgedrukt. In plaats van afdrukken op een printer kan een over-
  zicht ook op het beeldscherm opgeroepen worden.

* Afdrukken op bepaalde type laserprinters in potrait of landscape
  formaat.

Extra subtotaal

* Indien gewenst kan bij inhoudswisseling van het eerste sorteer-
  veld van het eerste bestand een extra subtotaal van de vertica-
  le tellingen worden afgedrukt. Op deze manier kan bij een debi-
  teurenlijst die bijvoorbeeld op rayon gesorteerd is, een subto-
  taal worden afgedrukt, op het moment dan aan een volgend rayon
  wordt begonnen. 

Volgorde artikelen

* Bij een overzicht van het artikelstambestand van BASTA worden
  de artikelen in de juiste (alfanumerieke) volgorde afgedrukt
  en niet zoals bij de BASTA-lijsten eerst de artikelnummers t/m
  een lengte van 9 tekens en daarna die met een lengte van 10 t/m
  17 tekens. 

Etiketten

* Met het algemeen lijstprogramma kunnen ook etiketten worden
  afgedrukt. De indeling in hoogte (max. 72 regels = 12 inch),
  breedte (max. 132 tekens, altijd 10 tekens/inch) en aantal
  naast elkaar (minimaal 1, maximaal 9) is variabel. Op het
  etiket (of eigen bijzondere formulieren aan de ketting) kun-
  nen velden uit een bestand worden afgedrukt of, bij de op-
  bouw van het etiket ingegeven, vaste tekst. Vanaf versie 2.77
  kunnen ook etiketbladen op een laserprinter bedrukt worden.

* Op het etiket kunnen geen tellingen afgedrukt worden, zoals bij
  de overzichten. Sorteren en/of selecteren is wel mogelijk.

* Per af te drukken record is een aantal van max. 99 etiketten
  verkrijgbaar.

Uitgebreide kaart

* De uitgebreide kaart is een uitbreiding van het etiket. Op
  deze kaart kunnen gegevens uit 10 verschillende bestanden
  afgedrukt worden.

* Automatische herhaling van regels als een bestand daar aan-
  leiding voor geeft.

Systeemgegevens op een etiket/uitgebreide kaart

* Wordt in een tekstregel "DAY", "TIME" of "PAGE" gevonden, dan
  worden deze vervangen door resp. de systeemdatum, de systeem-
  tijd of een automatische bladteller. Voor de engelse woorden is
  gekozen om geen problemen te krijgen met nederlandse woorden
  als "DAGBOEK", die misschien afgedrukt moeten worden. Ook kan
  "F#PR" gebruikt worden om de financiële periode af te druk-
  ken en "F#JR" om alleen het jaar daarvan af te drukken.

Eigen bestanden

* Het is mogelijk om "eigen" bestanden te definieren, die de ge-
  bruiker zelf kan vullen ("kaartenbak"). Per record in zo'n be-
  stand zijn maximaal 60 velden mogelijk. Velden kunnen alfanu-
  meriek (max. 50 tekens) of numeriek (15 cijfers met geen, 1 of
  2 decimalen) zijn. Deze "eigen" bestanden worden automatisch
  aangelegd. Een eventueel "?" in de naam wordt vervangen door
  de bedrijfsletter.

* In "eigen" bestanden kunnen records aangemaakt en gemuteerd
  worden. Met dezelfde keuze van het algemeen lijstprogramma
  kunnen ook standaardbestanden opgeroepen worden. Op deze be-
  standen kan echter alleen een info gepleegd worden.

Tussenbestanden

* Met het algemeen lijstprogramma kunnen ook zgn. tussenbestan-
  den opgebouwd worden. In deze tussenbestanden kunnen 2 bestan-
  den samengevoegd worden of een bestand op 1 of 2 velden ver-
  dicht (gecomprimeerd) worden.

Batchverwerking

* Het afdrukken van overzichten, het samenvoegen van twee bestan-
  den of het verdichten van 1 bestand kan ook in de vorm van een
  batch worden uitgevoerd. Bij het opbouwen van de batch worden
  alle noozakelijke gegevens als printernummers, selecties e.d.
  ingegeven. Nadat een batch is opgestart, worden de opgegeven
  bewerkingen achter elkaar uitgevoerd. Voor overzichten, die re-
  gelmatig afgedrukt moeten worden, waarvoor eerst een aantal be-
  standen moeten worden samengevoegd of gecomprimeerd is deze mo-
  gelijkheid erg handig.

Ms-dos conversie-module

* Deze module was vroeger een losse module, maar is nu opgenomen
  in het algemeen lijstprogramma. Dit onderdeel maakt in plaats
  van een overzicht met gegevens een ASCII-bestand met gegevens
  aan. Deze bestanden kunnen daarna in verschillende pc-pakketten
  gebruikt worden.

* Bij het aanmaken van ASCII-bestanden voor 'WordPerfect', 'Plan-
  Perfect', 'DBASE IV', 'Lotus', 'Symphony', 'Excel' of 'Access'
  kunnen per record maximaal 25 velden geselecteerd worden. Dat
  kunnen zowel numerieke als alfanumerieke velden zijn.
 
Afbreken

* Bij het sorteren, afdrukken, comprimeren of samenvoegen is af-
  breken altijd mogelijk, zonder dat dit gevolgen voor de bestan-
  den heeft. Door een bepaalde toetscombinatie in te drukken wordt
  het programma onderbroken en volgt de keuze of het programma door
  moet gaan, of afgebroken moet worden. Afbreken van een batch is
  niet mogelijk.

Foutmeldingen

* Bij het optreden van een fout worden programmanaam, het fout-
  nummer en een regelnummer getoond. Normaal gesproken kan dan
  contact met Saldata opgenomen worden. Als het programma in het
  weekeinde of 's avonds gebruikt wordt, dan kan achter de fout-
  melding de letter "E" (van Einde) ingegeven worden. Het pro-
  gramma wordt (zonder verdere gevolgen) afgebroken en het menu-
  programma van het algemeen lijstprogramma wordt opgestart.

Afdrukken bestandsindelingen

* In de module is een programma aanwezig, waarmee de indelingen
  van de bestanden afgedrukt kunnen worden. In de praktijk is
  gebleken, dat het verstandig is om eenmalig alle bestanden
  van de op het systeem aanwezige pakketten af te drukken.
  Deze indelingen kunnen als een soort naslagwerk dienen bij
  het opbouwen van de overzichten. De indelingen kunnen geraad-
  pleegd worden, om erachter te komen in welke bestanden de
  gewenste gegevens staan.