Comprimeren van een bestand/samenvoegen van twee bestanden
Met dit programma-onderdeel worden bestanden gecomprimeerd of samengevoegd aan de hand van de stuurgegevens.
![]()
Ingave: - Naam max. 6 A/N Met functietoets F3 kan een overzicht van de inge- voerde namen, waaruit een keuze gemaakt kan worden, op het beeldscherm opgeroepen worden.Na een keuze ingave goed (respectievelijk J of N ingeven) wordt het volgende programma-onderdeel, ingeven selecties, gestart.
Ingeven selecties
Alleen als bij de stuurgegevens is opgegeven, dat een selectie moet plaatsvinden, wordt dit programma-onderdeel opgestart. In het andere geval wordt het volgende programma-onderdeel, de sortering, gestart.
![]()
Per selectie (maximaal 5) de volgende ingaves:
Ingave: - Selektie op <Naam veld> 1 A/N Deze vraag met J of N beantwoorden. Wordt voor 'N' gekozen, dan vindt op dit veld geen selectie plaats. Bij de tweede en volgende selectie kan men via functie- toets F2 naar het vorige selectieveld terugkeren. Ingave: - Van <Naam veld> max. lengte uit bestandsindeling Met functietoets F2 terug naar de vorige ingave. Ingave: - T/m <Naam veld> max. lengte uit bestandsindeling Met functietoets F2 terug naar de vorige ingave.Na een keuze ingaven goed (respectievelijk J of N ingeven) kan de volgende selectie worden ingegeven, of wordt het volgende programma-onderdeel, de sortering, gestart.
Over dit onderdeel een aantal opmerkingen:
Als voor selectievelden dezelfde veldnummers zijn ingevoerd, dan voert het algemeen lijstprogramma een "of"-selectie uit: aan maar één van de selecties hoeft voldaan te zijn om afgedrukt te worden. Als verschillende velden zijn ingevoerd, dan voert het algemeen lijstprogramma een "en"-selectie uit: aan alle selecties moet voldaan worden om afgedrukt te worden. Combinaties zijn toegestaan.
Bij selectie op een alfanumeriek veld is het mogelijk om op een gedeelte van het betreffende veld te selecteren. Als bijvoorbeeld vanaf de vijfde positie geselecteerd moet worden, dan moeten op de eerste 4 posities (zowel bij "van" als "t/m") vraagtekens staan. Bij het selecteren wordt gekeken op welke positie het eerste teken dat niet gelijk aan het vraagteken is, staat. Vergelijking vindt dan plaats vanaf die positie (op een selectie van ????AA t/m ????AZ wordt in het betreffende veld vanaf de 5e positie op AA t/m AZ geselecteerd en wordt de inhoud van positie 1 t/m 4 genegeerd).
Was voor een 'willekeurig zoekgegeven' als selectieveld gekozen, dan wordt niet om een "van" en een "t/m" waarde gevraagd, maar kan een zoekgegeven van maximaal 10 posities worden ingegeven.
Als voor een selectie op veld 25 van het artikelstambestand van Basta gekozen is (waar o.a. de grootboekcode en het crediteurnummer in staan), dan wordt bij de selectie gekeken of twee dan wel zes cijfers zijn ingegeven. Bij twee cijfers wordt automatisch met de grootboekcode vergeleken en bij zes cijfers met het crediteurennummer.
Tip: Als men voor veld 1 (in de meeste bestanden de sleutel van het bestand, bijvoorbeeld het debiteurnummr) verschillende series van dat veld wil afdrukken door 3 of 4 keer op hetzelfde veld te selecteren (de zgn. "of"-selectie), dan mag u selectieveld 1 niet daarvoor gebruiken. Bij de invoer van de gegevens voor het overzicht dat veld overslaan via de F7-functietoets. Bij gebruik van selectieveld 1 in combinatie met veldnummer 1 wordt een rechtstreekse positionering via de sleutel van het bestand uitgevoerd (snelheid!) en dan kan niet meer gekeken worden of dat veldnummer ook als selectieveld 2, 3, 4 of 5 gebruikt is. Bij gebruik van veldnummer 1 bij selectieveld 2 t/m 5 wordt geen gebruik van deze positionering gemaakt, en dan lukt deze "truc" wel om meerdere series van een sleutelveld af te drukken (maximaal 4 series per overzicht).
Sortering
Alleen als bij de stuurgegevens is opgegeven, dat een sortering moet plaatsvinden, wordt dit programma-onderdeel opgestart. In het andere geval wordt het volgende programma-onderdeel, het verwerken, gestart.
Als sortering moet plaatsvinden, dan worden de noodzakelijke sorteerbestanden aangelegd en vindt sortering plaats. Na de sortering wordt het volgende onderdeel, het verwerken, gestart.
Op het beeldscherm is de sortering te volgen. Door een bepaalde toetsencombinatie te drukken kan de sortering probleemloos afgebroken worden. Deze combinatie is afhankelijk van systeeminstellingen en onderliggend operating system (unix, dos, windows). Meestal is het de <ESCAPE>-toets of de combinatie <CONTROL>/<BREAK>.
Verwerken
Als eerste wordt bij het verwerken het bestand 'FL.SXX' aangelegd. Op de plaats van de punt komt de bedrijfsletter te staan en de XX wordt vervangen door de door u ingegeven aanvulling op de naam 'FLCS'. In het bestand worden de records met het resultaat van het samenvoegen of het comprimeren weggeschreven.
De verwerking vindt vervolgens plaats. Op het beeldscherm is de verwerking te volgen. Door een bepaalde toetsencombinatie te drukken kan het verwerken probleemloos afgebroken worden. Deze combinatie is afhankelijk van systeeminstellingen en onderliggend operating system (unix, dos, windows). Meestal is het de <ESCAPE>-toets of de combinatie <CONTROL>/<BREAK>.
Na het verwerken keert het programma weer naar het menuprogramma van het algemeen lijstprogramma terug. De bestandsindeling van het aangemaakte bestand is met pakketletter L in de database van het algemeen lijstprogramma opgenomen. Daarmee kunnen niet alleen overzichten meegemaakt worden, maar het bestand kan ook in een nieuwe samenvoeging gebruikt worden als invoer. Op deze manier kunt u meerdere bestanden samenvoegen.
Vragen en mededelingen in dit programma
- Bestand XXXXXX niet beschikbaar; geef <RETURN> Het betreffende bestand is niet (meer) aanwezig. - Keuze: afbreken <J>/<RETURN> Op de <ESCAPE>-toets of de combinatie <CONTROL>/<BREAK> gedrukt. Wordt J ingegeven, dan worden eventuele sorteerbestanden verwijderd, en keert het programma terug naar het menuprogramma van het algemeen lijstprogramma.