Invoeren/muteren bestandsindeling

Met dit programma-onderdeel kan de indeling van een bestand ingegeven of gewijzigd worden.

Ingave: - Naam van het bestand                     max. 6 A/N
          Onder deze naam worden de bestandsgegevens opgeslagen
          in het bestand met bestandsindelingen. In deze naam
          mag een "?" voorkomen. Bij het aanleggen of benaderen
          van dit bestand wordt het vraagteken automatisch door
          de bedrijfsletter vervangen. Met functietoets F3 kan
          naar een bestandsnaam gezocht worden. 

Ingave: - Pakketletter (mogelijke waarden: A = Agfta,   1 A/N
          B = Basta, D = Drankta, K = Kavta, M = Meuta).
          Met functietoets F3 kan naar het pakket gezocht worden.

Ingave: - Omschrijving bestand                    max. 60 A/N
          Hier kan de omschrijving van een bestand worden ingegeven.

Bestaat bovengenoemd bestand al, dan volgt de keuze: "Toets: <M> = Info/muteren, <V> = Verwijderen, <RETURN> = Naar bestandsnaam". Wordt gekozen voor verwijderen (V), dan wordt ook het eventueel aangelegde "eigen bestand" verwijderd. Standaard bestanden kunnen niet gewijzigd of verwijderd worden, tenzij u een password ingeeft. Dit password kunt u bij Saldata opvragen.

Invoer velden bestand

Per bestand kunnen max. 60 velden worden ingegeven.

Per in te voeren of te wijzigen veld moet worden ingegeven:

Ingave: - Veldomschrijving                           max. 20 A
          Dit is de omschrijving van het veld. Deze verschijnt
          bij de info van het betreffende bestand en bij het
          A/I/M programma op het beeldscherm.

          Als ergens in dit veld *D* of *U* staat, dan is dit
          veld een datum cq. een urenveld. Bij een datum wordt
          op juistheid gecontroleerd. Een datumveld met inhoud
          '0' is toegestaan als indicatie dat de datum nog niet
          bekend is. Bedenk daarbij wel, dat een datum met de
          waarde '0' vreemde resultaten opleverd bij gebruik in
          de horizontale telling. Een selectie op een datumveld
          van bijvoorbeeld '010101' t/m '311299' is daarom aan-
          bevolen bij gebruik in een horizontale telling. Bij
          een urenveld is de maximaal toegestane waarde achter
          de komma ".59"; bij tellingen wordt daarmee ook reke-
          ning gehouden.

          In dit veld mag ook *N* gezet worden. Deze indicatie
          zorgt er voor dat bij de afdruk van het veld in plaats
          van voorloopspaties voorloopnullen gebruikt worden.
          Als de lengte van het veld bijvoorbeeld 2 is, en de
          inhoud van het veld '8', dan wordt normaal gesproken
          ' 8' afgedrukt. Met *N* ergens in dit veld wordt '08'
          afgedrukt.

Ingave: - Soort veld                                      1 A
          Mogelijke soorten: A - Alfanumeriek veld
                             N - Numerieke veld

Ingave: - Lengte                                          2 N
          Voor een alfanumeriek veld is deze lengte maximaal
          50 en voor een mumeriek veld maximaal 12. Bij een
          numeriek veld kan door middel van de functietoetsen
          F3 en F4 het aantal decimalen (respectievelijk 1 en
          2) worden opgegeven.

          Geef als lengte van een datumveld 6 (DDMMJJ) of 8
          (DDMMJJJJ) op. Bij deze twee lengten controleert
          het A/I/M Programma op de juistheid van de ingave.

Ingave: - Omschrijving op overzicht                 max. 20 A
          Aan de hand van de lengte van het veld wordt de
          maximale lengte van de veldomschrijving zoals deze
          in de kop van de overzichten wordt afgedrukt be-
          paald. Deze kan afwijken van de bovenstaande
          veldomschrijving. De minimale lengte is echter
          altijd 6 tekens.

Na een keuze "Ingaves goed <RETURN>/<N>" kan het volgende veld worden ingegeven.

Bij een nieuw ingevoerd bestand moet, nadat het laatste veld is ingegeven, het laatste veldnummer in de key worden ingegeven. De key is het gegeven waarmee een record "geidentificeerd" wordt. Bij het debiteurenbestand van Basta is dat bijvoorbeeld veld 1 (het debiteurennummer) en bij het openstaande postenbestand zijn dat veld 1 en 2 (het debiteurennummer en het factuurnummer). In het laatste geval is het laatste veldnummer in de key veldnummer 2. Het is zinvol om de key uit zo weinig mogelijk velden te laten bestaan: hoe meer velden des te lastiger is het om een bepaald record terug te vinden. De key kan uit maximaal 5 velden bestaan (in dat geval is het laatste veldnummer in de key veld 5 en bestaat de key uit de veldnummers 1 t/m 5).

Bij het wijzigen van een bestandsindeling is het mogelijk om een bepaald veld te wijzigen, of velden achteraf toe te voegen. De vraag "Wijzigen veldnr. (toets: <RETURN>=Doorgaan, <F1>=Toevoegen, <F4>=Einde):" beantwoorden met het te wijzigen veldnummer of funktietoets F1 drukken om een veld aan het einde toe te voegen. Met <RETURN> kan verder door de bestandsindeling gebladerd worden.

Wordt gekozen om een bepaald veldnummer te wijzigen, dan volgt de keuze "<M> = Muteren; <V> = Verwijderen; <T> = Veld hierna tussenvoegen". Het veld kan gewijzigd worden, uit de bestandsindeling verwijderd worden, of een nieuw veld kan na dit veld in de bestandsindeling tussengevoegd worden.

Met het A/I/M Programma kunt u info op standaardbestanden plegen of onderhoud uitvoeren op uw "eigen" bestanden.

Vragen en mededelingen in dit programma

- Bestand XXXXXX verwijderen <J>/<N>                 
  Als een bestandsindeling verwijderd of dusdanig aangepast wordt
  dat het nog aanwezige bestand mogelijk niet meer gebruikt kan
  worden, dan wordt deze vraag gesteld. Wordt met N geantwoord,
  dan wordt de indeling niet verwijderd en vervallen de aanpas-
  singen. In het andere geval wordt het complete bestand verwij-
  derd. Als verwacht wordt, dat de aanpassingen geen problemen
  opleveren (als een veld bijvoorbeeld een paar tekens groter 
  wordt of een reserveveld waar nog nooit iets in is ingevuld 
  gaat in gebruik genomen wordt met een andere indeling), dan
  kan een "truc" worden toegepast: via een systeemcommando kan
  het betreffende bestand (voordat de wijzigingen aangebracht
  worden) gedupliceerd worden naar een andere naam. Laat het be-
  stand rustig vervallen, en dupliceer na het aanbrengen van de
  wijzigingen het bestand weer terug. Daarna via het A/I/M Pro-
  gramma controleren of het bestand nog bruikbaar is. Neem voor
  deze truc contact met Saldata op.
   
- Bestand XXXXXX geeft fout: YY; geef <RETURN>
  Bij het verwijderen van een bestand treedt fout YY op. Bestand
  wordt niet verwijderd.

- Indeling niet gewijzigd; geef <RETURN>
  De aangebrachte wijzigingen in de bestandsindeling zijn niet
  in de bestandsindeling aangebracht.

- Standaard bestand; indeling mag niet gewijzigd worden; <RETURN>
  Het is niet toegestaan om wijzigingen aan te brengen in de in-
  deling van een standaard bestand. Onder bepaalde omstandigheden
  is dit echter noodzakelijk. Via de ingave van een "Password" is
  het mogelijk om toch aanpassingen aan te brengen. Voor het
  password contact met Saldata opnemen.

- Laatste veldnummer in de key wijzigen? <RETURN>/<J> 
  Bij het wijzigen van een bestandsindeling kan ook dit gegeven
  gewijzigd worden. Maak de juiste keuze. Wordt J ingegeven,
  dan moet daarna het laatste veldnummer in de key worden inge-
  geven.

Terug naar het hoofdmenu