Opbouw ASCII-tekstbestand
Met dit programma-onderdeel wordt een ASCII-tekstbestand voor een pakket op een pc opgebouwd. Nadat de stuurgegevens zijn ingegeven, wordt het bestand meteen aangemaakt.
Ingave: - Naam tbv. w.p. wpp... max. 3 A/N
of
Ingave: - Naam tbv. dbase dbs... max. 3 A/N
of
Ingave: - Naam tbv. ascii lts... max. 3 A/N
Onder deze naam worden de uiteindelijke gegevens vastge-
legd. De naam is altijd in kleine letters. Het bestand
kan na afloop via 'windows verkenner' naar de pc over-
gezet worden om daarna in het gewenste pakket gebruikt
te worden.
Ingave: - Bestandsnaam max. 6 A/N
Met functietoets F3 kan een overzicht van de bestan-
den, waaruit een keuze gemaakt kan worden, op het
beeldscherm opgeroepen worden.
Ingave: - Pakketletter (mogelijke waarden: A = Agfta, 1 A/N
B = Basta, D = Drankta, K = Kavta, M = Meuta).
Met functietoets F3 kan naar een pakket ge-
zocht worden.
Na een keuze ingaven goed (respectievelijk J of N ingeven) wordt het volgende programma-onderdeel, invoer velden, gestart.
Invoer velden
Op het scherm verschijnt de indeling van het gekozen bestand. Met functietoets F1 kan door de bestandsindeling "gebladerd" worden. Dit gebeurt in het linkerdeel van het beeldscherm.
Ingave: - Veldnummer van het over te zetten veld 2 N
Het is mogelijk om maximaal 24 velden te selec-
teren, die in het ASCII-bestand opgenomen gaan
worden. Bij selectie van een veld, dat binnen
het Meuta-pakket een modelkey bevat (herkenbaar
aan de code *M* in het scherm), vraagt
het programma of de volledige modelomschrij-
ving ook aan het bestand moet worden toege-
voegd. Antwoord met <J> (wel toevoegen) of
<RETURN> (niet toevoegen).
De geselecteerde velden zijn in het rechterdeel
van het scherm zichtbaar.
Met functietoets F4 kan dit programma-onderdeel
verlaten worden, en wordt het volgende onderdeel,
invoer velden horizontale telling, gestart.
Invoer velden horizontale telling
Het is mogelijk om in het ASCII-bestand per record een horizontale telling op te nemen. De vraag "Wilt u van bepaalde velden een horizontale telling?" moet dan met J beantwoord worden. Wordt deze met N beantwoord, dan wordt het volgende programma-onderdeel, invoer selectievelden, gestart.
Ingave: - Omschrijving horizontale telling max. 15 A/N
Hier kan de omschrijving van de horizontale telling
worden ingegeven. Deze wordt niet meegenomen in het
ASCII-bestand.
Ingave: - Veldnummer van het te tellen veld 2 N
De in de horizontale telling te verwerken velden
kunnen ingegeven worden. De geselecteerde velden
zijn in het rechterdeel van het scherm zichtbaar.
Ook hier kan via <F1> door de bestandsindeling
gebladerd worden. Dat gebeurt in het linkerdeel
van het beeldscherm.
Als een veld van de telling afgetrokken moet worden,
dan moet het veld met functietoets F3 worden ingege-
ven. Achter het veldnummer wordt dan een "-" afge-
beeld. Let op! Creditvelden in de records van een be-
stand hebben meestal van zichzelf al een minteken.
Deze hoeven dus niet met F3 ingegeven te worden. Bij
twijfel kan -vooraf- het bestand met de keuze
Onderhoud eigen bestanden/info op standaard bestanden
bekeken worden.
Ook is het mogelijk om een vermenigvuldiging uit te
laten voeren binnen de horizontale telling. Het veld
waarmee de tot op dat moment opgebouwde telling ver-
menigvuldigd moet worden, moet met functietoets F7
worden ingegeven. Achter het veldnummer wordt dan
een "*" afgebeeld.
Met functietoets F4 kan dit programma-onderdeel verla-
ten worden, en wordt het volgende onderdeel, invoer
selectievelden gestart.
Invoer selectievelden
De vraag "Wilt u selecteren?" wordt gesteld. Het is mogelijk om op maximaal 2 velden te selecteren. Wordt de vraag met N beantwoord, dan wordt het volgende programma-onderdeel, het opbouwen van het bestand, gestart.
Ingave: - Veldnummer van het selectieveld 2 N
De geselecteerde velden zijn in het rechterdeel van
het scherm onder "Geselecteerde velden" zichtbaar.
In de handleidingregels wordt aangegeven welk veld
gevraagd wordt (selectieveld 1 of selectieveld 2).
Moet een selectieveld overgeslagen worden, dan kan
dat met functietoets F7 gedaan worden.
Met functietoets F4 kan dit programma-onderdeel verla-
ten worden en wordt de opbouw van het ASCII-bestand
gestart.
Opbouw ASCII-bestand
Alleen als opgegeven is dat een selectie moet plaatsvinden, dan per selectie de volgende ingaven:
Ingave: - Selectie op <selectieveld> 1 A/N
Deze vraag met J of N beantwoorden.
Wordt N ingegeven, dan vindt op het
betreffende veld geen selectie plaats.
Bij de tweede selectie kan men via functietoets F2
naar het vorige selectieveld terugkeren.
Ingave: - Van <selectieveld> max. lengte uit bestandsindeling
Met functietoets F2 terug naar de vorige ingave.
Ingave: - T/m <selectieveld> max. lengte uit bestandsindeling
Met functietoets F2 terug naar de vorige ingave.
Na een keuze ingaven goed (respectievelijk J of N ingeven) kan de volgende selectie worden ingegeven of wordt het volgende programma-onderdeel, de aanmaak van het ASCII-bestand, gestart.
Aan de hand van de ingegeven selectie(s) wordt het bestand doorlopen. De bij "invoer velden" opgegeven velden worden, op een voor het pakket leesbare wijze, in het ASCII-bestand opgenomen.
Na de opbouw keert het programma naar het menu van het algemeen lijstprogramma terug.
Het overbrengen van het ASCII-bestand
In de configuratie van Bbx of (Visual) Pro5 is een parameter opgenomen (set ALPDIR) waarin opgegeven wordt in welke directory of folder het ASCII-bestand aangemaakt moet worden. Op unixsystemen is dat meestal de directory /usr/bbx/tmp en op pc's is dat meestal de folder met de padnaam C:\basis\vpro5\bbx\tmp.
Op pc's met (Visual) Pro5 gaat het ophalen vrij eenvoudig. U kunt bijvoorbeeld met 'Windows verkenner' naar de bovenstaande folder gaan en het ASCII-bestand naar de gewenste folder slepen om het in het betreffende pakket gebruiken. U kunt ook in het betreffende pakket via "openen" naar het betreffende ASCII-bestand in de folder met de padnaam C:\basis\vpro5\bbx\tmp gaan zoeken.
Om een ASCII-bestand van een unix-systeem naar een pc over te brengen moet de directory /usr/bbx/tmp als "disk" aan de pc gekoppeld zijn. Voor pc's waarop met bestanden uit de module "automatische betalingen" wordt gewerkt zal dat al het geval zijn, want die bestanden komen in dezelfde directory terecht. Met 'Windows verkenner' gaat u naar de betreffende "disk" (dat is dan een netwerk-schijf, bijvoorbeeld 'G:') en u sleept het betreffende ASCII-bestand naar de folder waar u het wilt hebben. Als het gebruikte pakket de mogelijkheid biedt om via "openen" ook op een netwerk-schijf te zoeken, dan kunt u daar ook gebruik van maken.
Als de betreffende directory nog niet als netwerk-schijf aan de gewenste pc gekoppeld is, neem dan contact met Saldata op.
Importeren in WordPerfect/PlanPerfect
Als voor de mogelijkeid van een WordPerfect/PlanPerfect-bestand gekozen is, dan is het ASCII-bestand in de vorm van een "samenvoegbestand" aangemaakt. Dat bestand kunt u in WordPerfect samenvoegen met een brief of in PlanPerfect als "WordPerfect samenvoegbestand" importeren.
Importeren in Dbase IV
Voor Dbase IV wordt het ASCII-bestand automatisch voorzien van de extensie '.txt' en kan het bestand geimporteerd worden met het commando APPEND. Het bestand dat ingelezen wordt is een "comma-delimited" bestand. Voorbeeld van een compleet commando: APPEND FROM C:\DBS001.TXT DELIMITED WITH , (vergeet de komma niet).
Importeren in Lotus/Symphony
Het importeren van gegevens in Lotus en Symphony moet met de "numbers"-optie gebeuren. Het pakket moet wel in de Amerikaanse notatie werken, anders gaan de kolommen in de spreadsheet verschuiven.
Importeren in Excel
Kies binnen Excel voor 'Bestanden', 'Openen' en daarna voor 'Tekst'. Zoek het ASCII-bestand op en open het. Het teken om de kolommen te scheiden is het ; teken (de 'punt-komma') en de herkomst moet op 'DOS/OS 2' gezet worden. Als u de juiste antwoorden geeft kunt u de gegevens in een spreadsheet importeren.
Vragen en mededelingen in dit programma
- Bestand XXXXXX niet beschikbaar; geef <RETURN>
Het betreffende bestand is niet (meer) aanwezig.
- Keuze: afbreken <J>/<RETURN>
Maak de gewenste keuze.
- Veld komt niet in het bestand voor; <RETURN>
Het ingegeven veldnummer kan niet in de bestandsindeling
gevonden worden.
- Bestand onbekend; <RETURN>
Niet aanwezig bestand opgegeven.