Afdrukken etiketten

Met dit programma selecteert u uit mailing- en/of debiteurenbestand welke etiketten moeten worden afgedrukt, bepaalt u de minimum- en maximum-bundelgrootte en geeft u de wijze van verwerking door de PTT aan.

Layout

De etiketten worden afgedrukt volgens de instellingen in het trefwoord ETIKETLAYOUT.

Start van het programma

Na de start van het programma worden altijd de telvelden in de afbundelingstabellen op nul gesteld. Dit duurt dus even.

Procedure

Het opgeven van de selectie welke etiketten worden afgedrukt vindt in 5 stappen plaats:

1) Kies 1 van de 5 selectiewijzen;
2) Vul de selectiecriteria in;
3) Geef op uit welke bestanden u wilt selecteren en op welke manier u
   afwijkende adressen wilt behandelen;
4) Geef de minimum- en maximulgrootte van de bundel op;
5) Kies de wijze van verzending door de PTT.

Na accoord vindt de selectie plaats en wordt het bestand op postcode gesorteerd. De etiketten worden dus altijd op volgorde van postcode afgedrukt, onafhankelijk van de wijze van selectie.

U kiest daarna een printer waarop de etiketten afgedrukt moeten worden. Na het afdrukken van de eerste etiketten kunt u de printerinstelling eventueel nog wijzigen. Na het afdrukken van de etiketten kiest u en een printer voor de bundellijst en de bundelbriefjes, die als laatste worden afgedrukt.

Stap 1

Kies 1 van de 5 selectiewijzen:

KEUZE SELEKTEERWIJZE ETIKETTEN:
1 PER VOLGNUMMER
2 PER POSTKODE
3 PER BRANCHE
4 PER VERTEGENWOORDIGER
5 PER RAYON
< > GEEF UW KEUZE

Stap 2

Vul de gekozen criteria in. Waar meerdere groepen kunnen worden opgegeven kunt u de ingave afsluiten met de <F3>-toets. Behalve bij code debiteur kunt u bij de rubrieken waar slechts één groep of keuze kan worden ingevoerd de <F3>-toets gebruiken om alle waarden in die rubriek mee te nemen.

Per volgnummer       : 6 groepen volgnummers (van en t/m)
                       1 groep code debiteur (van en t/m)

Per postcode         : 6 groepen postcodes (van en t/m)
                       1 groep code debiteur (van en t/m)
                       1 groep volgnummers (van en t/m)

Per branche          : 13 groepen branches (van en t/m)
                       1 groep code debiteur (van en t/m)

Per vertegenwoordiger: 13 groepen vertegenwoordigers (van en t/m)
                       1 groep code debiteur (van en t/m)
                       1 groep postcodes
                       1 (of alle) branches
                       1 (of alle) rayons

Per rayon            : 13 groepen rayons (van en t/m)
                       1 groep code debiteur (van en t/m)
                       1 groep postcodes
                       1 (of alle) branches
                       1 (of alle) vertegenwoordigers

Stap 3

Vanuit welke bestanden?

STAMGEGEVENS:
1 = DEBITEUREN
2 = MAILING
3 = BEIDE
AFWIJKENDE ADRESSEN:
4 = DEBITEUREN
5 = MAILING
6 = BEIDE
< > GEEF UW KEUZE

Als u de etiketten die u wilt afdrukken selecteert vanuit de stamgegevens (keuze 1, 2 of 3), wordt voor iedereen binnen de reeds opgegeven selectie(s), (volgnummers, postcode, branche, etcetera) een etiket afgedrukt.

De etiketten worden afgedrukt met de adressen uit de stambestanden als in het trefwoord ETIKETLAYOUT het veld AFW. ADRESKODE STAM GEBRUIKEN op N staat. De etiketten worden afgedrukt met het afwikende adres waarnaar in de stamgegevens wordt verwezen als dit veld op J staat. Uit het debiteurenbestand wordt het vaste afwijkende factuuradres gebruikt. Als in de stamgegevens geen verwijzing naar een afwijkend adres is opgenomen wordt het stamadres afgedrukt.

Selecteert u de etiketten uit de afwijkende adressen (keuze 4, 5, of 6), dan moet u een afwijkende adrescode ongelijk aan nul ingeven.

Alleen voor die debiteuren c.q. mailingadressen binnen de reeds opgegeven selectie(s), (volgnummer, postcode, branche, etcetera) waarbij in de afwijkende adresbestanden een adres met de gevraagde code aanwezig is, zal dan een etiket worden afgedrukt. Of in de stamgegevens al of niet naar deze afwijkende adrescode wordt verwezen is hierbij niet van belang. Er wordt geen etiket afgedrukt als de gevraagde code ontbreekt.

Stap 4

Geef de minimum (2N) en maximum (3N) bundelgrootte in, zie de PTT-richtlijnen.

Stap 5

Geef de wijze van verwerking (21A) door de PTT in, bijvoorbeeld DAGVERWERKING, zie de PTT-richtlijnen.

Accoord

Na de ingaven kunt u met J de ingaven bevestigen, waarna het sorteren en afdrukken begint. Wilt u nog iets wijzigen, dan kan dat door N in te geven. Het programma gaat terug naar de rubriek 'VERWERKING'. U kunt verder teruggaan via de <F2>-toets.

Sortering

De bestanden worden gesorteerd en gebundeld.

Printerkeuze

Kies de printer waarop de etiketten wilt afdrukken. Default (<RETURN>) is de printer die u met programma 616 (A/I/M Systeemparameters) voor de factuurprinter heeft gekozen.

Instelling

Er wordt nu een afdruk van de eerste etiketten gemaakt, waarna u de gelegenheid krijgt om, indien nodig, printer en papier anders in te stellen. Als u de vraag PRINTERAFSTELLING ACCOORD? J/N na het opnieuw instellen met N beantwoordt, worden de eerste etiketten nogmaals afgedrukt en de vraag weer herhaald. Na antwoord J worden de overige etiketten afgedrukt.

Printerkeuze bundellijst en bundelbriefjes

De bundellijst en de bundelbriefjes moeten vanzelfsprekend op ander papier worden afgedrukt, vandaar de melding ZET LIJSTPAPIER IN DE PRINTER. Kies de printer waarop de bundellijst en de bundelbriefjes moeten worden afgedrukt.

Terugkeren naar het hoofdmenu