703 A/I/M Machines
Met dit programma kunt u nieuwe machines invoeren, bestaande wijzigen of verwijderen en informatie opvragen.
Definitie
Een machine is een exemplaar van een machinetype met een eigen, uniek machinenummer.
Machinenummer
Elke machine heeft ter identificatie een nummer, het machinenummer. Elke machine die bij onderhoud en/of reparaties betrokken kan zijn, moet met een eigen nummer ingevoerd worden. Als dat niet gebeurt, dan kunnen voor die machine geen storingen ingevoerd worden.
Klantnummer
Bij verkoop van een machine kent u met programma 502 'Gereedmelden pakbon' een machinenummer toe aan de debiteur; daarmee is het klantnummer aan de machine met het betreffende nummer gekoppeld.
Trefwoorden
Met het trefwoord TDMACHINE zonder toevoeging bepaalt u per machinerubriek of deze met het programma te muteren is:
0 = Niet te muteren; 1 = Te muteren zolang de rubriek nog leeg is; 2 = Altijd te muteren.Met het trefwoord SERVICE met als toevoeging het nummer van de servicegroep bepaalt u het aantal dagen van de inkoopgarantie.
Stamgegevens
Van elke nieuw in het systeem op te nemen machine moeten de stamgegevens worden vastgelegd. Een aantal rubrieken is slechts informatief als u alleen over de historiemodule beschikt. De betekenis van de diverse velden vindt u in de beschrijving per rubriek.
![]()
Werkwijze Start programma 703. Machinetype Geef het machinetype in. Machinenummer Geef het machinenummer in. Bij een nieuwe machine kunt u de andere rubrieken ingeven. Bij een bestaande machine worden de gegevens ge- toond. Als dit niet de juiste machine is, kunt u met <F4> een ander type en/of nummer ingeven. Geef voor wijzigen het rubrieknummer dat u wilt gaan wijzigen en voer het nieuwe of gewijzigde gegeven in. Het programma gaat naar de volgende rubriek. U kunt het wijzigen via toets <F4> beëindigen. Voor het verwijderen van een machinetype kiest u de <F3>-toets. Volg daarna de hieronder staande beschrijving voor het verwijderen van gegevens. Bevestiging Beantwoord na de laatste rubriek de vraag INGAVEN AKKOORD ? [J/N] Na J wordt de gegevens in het bestand opge- slagen. Na <F4> breekt u de bewerking af; de nieuwe gegevens worden niet opgeslagen. Na N heeft u vier mogelijkheden: - een rubrieksnummer: u kunt vanaf de opgegeven rubriek (3 of hoger) wijzigingen aanbrengen; - <F1>: u krijgt de gegevens van het andere scherm te zien; - <F3>: u geeft aan dat u de gegevens van deze machine wilt verwijderen; na J op de vraag WEET U ZEKER DAT U DIT RECORD WILT VER- WIJDEREN? worden alle gegevens verwijderd en keert het programma terug naar de ingave van het machinetype. Na N of <F2> blijven de gegevens staan en kunt u eventueel een rubrieksnummer ingeven om te wijzigen; - <F4>: de gegevens worden niet bewaard en u keert terug naar het machinetype. Met <F4> vanaf de rubriek machinetype beëeindigt u programma 703, waarna u terugkomt in het keuzemenu.
Rubrieken machinebestand
01 - Machinetype 9 A De code van een machinetype; moet zijn aangemaakt met programma 702 'A/I/M Machinetypes'. Achter het type staat de omschrijving. Op de volgende regel staat het artikelnummer dat met voornoemd programma is toegewezen aan dit type. 02 - Machinenummer 12 A Een nummer waarmee de machine wordt aangeduid. Hoe- wel deze rubriek de naam machienummer draagt, mogen ook letters gebruikt worden. 03 - Bijz. kenmerken 30 A Aanvullende omschrijvin of opmerkingen. Voorbeeld: - Bij een laserprinter met uitgebreid geheugen zou hier kunnen staan 'Met 32 mb geheugen'. - Wanneer het onderhoud niet zelf wordt uitgevoerd, zou er kunnen staan 'Onderhoud wordt door derden uitgevoerd' (zie rubriek 09). 04 - Leverancier 6 N Het nummer van de leverancier van de machine, moet aanwezig zijn in het crediteurenbestand. 05 - Bouwjaar 4 N Informatief, 0: niet bekend of niet van toepassing. 06 - Nw/gebr/brkl/hr/ 1 N inr 0: nieuwe machine 1: gebruikte machine 2: bruikleenmachine 3: huurmachine 4: inruilmachine 5: algemeen nummer Indien u geen registratie per machine wenst kunt u per machinetype een algemeen nummer toekennen. Dit zal meestal het geval zijn bij reparaties aan door derden geleverde relatief eenvoudige producten. Bij een aantal programma's wordt deze code als selec- tie en/of zoekcriterium gehanteerd. Bij het melden van een storing kunt u laten zoeken naar een machine die in bruikleen wordt gegeven. Alleen machines met code '2' (bruikleen) komen daarvoor in aanmerking. Als de machine weer terugkomt van de klant, meldt u dat met programma 735 'Binnenmelden bruikleen', zodat de machine weer beschikbaar is. 07 - Inkoopdatum DD-MM-EEJJ De datum waarop u deze machine heeft ingekocht. 08 - Inkoopprijs 7 D 2 Wordt overgenomen uit het artikelbestand als het artikelnummer van het machinetype daar in voor- komt. Kan worden gewijzigd. 09 - Onderhoud derden 1 N 0: nee 1: ja, in dat geval wordt er bij het melden van een storing gevraagd of de storing in behan- deling wordt genomen of alleen geregistreerd ter bewaking van de afhandeling; bij onder- houd door derden zijn alle rubrieken infor- matief. 10 - Servicegroep 2 N Een servicegroep is een groep binnen de TD-afde- ling die verantwoordelijk is voor een aantal (typen) machines. De omschrijving wordt aange- maakt met het trefwoord SERVICE met als toevoe- ging het nummer van de servicegroep. 11 - Vervaldatum DD-MM-EEJJ inkoopgarantie De vervaldatum inkoopgarantie bepaalt het pro- gramma door bij de inkoopdatum het aantal dagen te tellen dat staat vermeld onder het trefwoord SERVICE met als toevoeging het nummer van de servicegroep. De datum komt op het factuuradvies storingen (programma 751). Op het overzicht 'VER- VALLEN GARANTIES' (programma 724) wordt de afloop van de garantie gesignaleerd. 12 - Info volgend 2 X 35 A bezoek De informatie voor een volgend bezoek komt op de werkbon te staan (programma 732 'A/I/M Sto- ringen' en programma 759 'Herafdruk werkbonnen'). Bij het boeken van een monteursverslag (program- ma 736) kunt u dergelijke informatie weer opgeven voor een volgend bezoek. Als u alleen de historie- module gebruikt, kunt u een eigen omschrijving in- vullen. 14 - Klantnummer 6 N Het nummer van een bestaande debiteur of een nummer uit het trefwoord BEDRYF. Bij verkoop van een machine kent u met programma 502 'Gereedmelden pakbon' een machinenummer toe aan de debiteur; daarmee is het klantnummer aan de machine met het betreffende num- mer gekoppeld. Zelf een klantnummer toekennen is mogelijk als u de machine aan een klant heeft ver- kocht voordat u de verkoopmodule in gebruik had; hetzelfde geval doet zich voor bij een verhuur- machine. Met het trefwoord TDMACHINE bepaalt u of u zelf het klantnummer mag invullen. 15 - Bezoekadres 3 N Het adres van de plaats waar de machines staat opgesteld. Het programma geeft standaard het afwij- kende verzendadres van de betreffende klant. Eventueel kunt u hier de code van een afwijkend opgeven, dit moet voorkomen in het bestand met afwijkende adressen (programma 201). 0: het standaardadres van de debiteur geldt als bezoekadres. 16 - Vertegenwoordiger 2 N Het nummer van een bestaande vertegenwoordiger. Het wordt automatisch toegekend na facturering (programma 521). Eventueel zelf in te vullen. 18 - Bruto verkoop- 8 D 2 waarde Bruto verkoopwaarde (artikelprijs). Wordt door het programma na facturering ingevuld (programma 521). Eventueel zelf in te vullen. Een waarde nul heeft de betekenis van 'nog niet verkocht', 'nog niet gefactureerd', 'alleen onderhoud', 'in het verleden verkocht' of 'huurmachine'. 19 - Netto verkoop- 8 D 2 waarde Netto verkoopwaarde (netto verkoopprijs van de factuur). Wordt door het programma na facturering ingevuld (programma 521). Eventueel zelf in te vul- len. Waarde nul: zie rubriek 18. 20 - Factuurnummer 8 N Wordt normaal door het programma na facturering ingevuld (programma 521). Voor oudere machines kan het nummer ook handmatig ingevuld worden. Waarde nul: zie rubriek 18. 21 - Contractart.nr. 9 N Als er voor deze machine een contract is afge- sloten, vermeldt u hier het artikelnummer waar- mee u het contract heeft gedefinieerd. 0: geen contract De contractgegevens legt u vast met programma 400 (A/I/M Artikelen). Daarbij zijn de volgende rubrieken van belang voor contracten: - Artikelnummer : het artikelnummer van het contractartikel; - Artikelomschrijving : de omschrijving van het contract; - Tekstcode : om een tekstblok te kop- pelen voor een uitge- breide omschrijving; - Prijseenheid : De eenheid die geldt voor verkoopprijs 2; - Bruto verkoopprijs 1: De vaste contractprijs; - Bruto verkoopprijs 2: De tellertikprijs voor tellertikcontracten bij artikelsoort 31 t/m 37 en 41 t/m 47); - Artikelsoort : 7 : enkelvoudig onderhouds- contract; 8 : all-in on- derhouds- contract; 9 : REON (re- paratie- en onderhouds- contract; 11 : all-in exclusief onderhoud; 31 t/m 37: tellertikcon- tract 1 t/m 7; 41 t/m 47: idem, all-in. De overige rubrieken zijn niet relevant of worden ingevuld zoals bij een normaal artikel. 22 - Laatst gefactu- EEJJWW reerd De laatst gefactureerde contractperiode. Dit be- paalt de volgende periode die gefactureerd moet worden. In de beginsituatie geeft u hier de pe- riode zelf op. Daarmee is de volgende periode bepaald waarin gefactureerd moet worden. Bij nieuwe contracten moet u deze rubriek niet in- vullen. 23 - Factuurdatum DD-MM-EEJJ De datum van de verkoopfactuur als deze gemaakt is (zie rubriek 20). Wordt door het programma na facturering ingevuld (programma 521). Eventueel zelf in te vullen. 24 - Vervaldatum ver- DD-MM-EEJJ koopgarantie De vervaldatum verkoopgarantie bepaalt het pro- gramma door bij de factuurdatum het aantal dagen te tellen dat staat vermeld onder het trefwoord SERVICE met als toevoeging het nummer van de servicegroep. Deze datum dient om te bepalen of er na het verhelpen van een storing onderdelen, reiskosten en/of arbeidsloon moet worden door- berekend. 25 - Begin contract DD-MM-EEJJ De begindatum van een contract (indien aanwezig). U moet beschikken over de contractmodule en het trefwoord TDMODULE moet voorkomen. Hiermee worden bepaald: - de datum waarop het contract ingaat; - alle gegevens met betrekking tot contracten; - de beginweek en de laatste week van de rubrie- ken 34 (onderhoudsperiodes) en 35 (factuur- periodes); - wat er moet worden doorberekend aan materialen en/of arbeidsloon. Bij het factureren van nieuwe contracten wordt deze datum gevuld. 26 - Eindcontract DD-MM-EEJJ De einddatum van een contract (indien aanwezig). Afhankelijk van het contracttype. Waarde nul is oneindig. Bij het factureren van nieuwe contrac- ten wordt deze datum gevuld. 27 - Afloopdatum DD-MM-EEJJ Deze datum dient te worden opgevat als de defi- nitieve datum waarop zowel het huurcontract als het onderhoudscontract niet meer worden verlengd. De planningslijst (programma 762) gaat nooit verder dan deze datum. Op de signaleringslijst wordt de afloop van een contract één maand tevoren bekend gemaakt (programma 777). Waarde nul betekend: oneindig. 28 - Begindatum verhuur DD-MM-EEJJ Deze datum bepaalt: - de datum waarop het huurcontract ingaat; - de eerste te factureren huurperiode (zie ru- briek 33); - of de eerste te factureren huurperiode gedeel- telijk moet worden gefactureerd (bijvoorbeeld een halve week). U kunt de rubrieken 29 - 36 alleen invullen als de contractmodule is geïnstalleerd. 29 - Ppc code 6 A Code plain paper copier. Is, naast machinetype en -nummer, een extra ingang op de machine. Vrij te benoemen. Wordt gebruikt bij het registreren van tellerstanden (zie programma 760). 30 - Tellertikstand 6 N Kan eenmalig worden ingegeven. Daarna houdt het systeem de stand bij (programma 765 'Gereedmel- den contractadvies). 31 - Bedrag 8 D 2 Het cumulatieve bedrag van tellertikcontracten artikelsoorten 34 en 44 voor de eindafrekening. In een beginsituatie vult u het bedrag zelf in. 32 - Huurartikel 9 N Artikelnummer van het huurartikel waarvan de arti- kelsoort 10 moet zijn. Hiermee wordt bepaald of dit een huurmachine is en, zo ja, wat het tarief is. Waarde nul: geen huurmachine. 33 - Laatst gefactu- EEJJWW reerd De laatst gefactureerde huurperiode. Dit be- paalt de volgende periode die gefactureerd moet worden. In de beginsituatie geeft u hier de pe- riode zelf op. Daarmee is de volgende periode bepaald waarin gefactureerd moet worden. 34 - Huurperiodes 14 x 2 N U kunt 14 huurperiodes (weeknummers) opgeven. Dat is evenveel als het aantal factuurperiodes). Bij het aanbreken van een nieuwe periode maakt de contractfacturering een factuur voor de berekening van de huur. 35 - Onderhoudsperiodes 8 x 2 N De nummers van de weken waarin de onderhoudsbeur- ten moeten worden uitgevoerd. De begindatum con- tract (rubriek 25) bepaalt de eerste periode. Programma 732 (A/I/M Storingen) gebruikt deze weeknummers voor het plannen van onderhoud. Op het overzicht onderhoudsplanning (programma 762) worden deze periodes ook afgedrukt. 36 - Factuurperiodes 14 x 2 N De nummers van de weken waarin (delen van) con- tracten en tellertikafrekeningen moeten worden gefactureerd. 37 - Stamgegevens af- 1 A drukken J of N invullen. Alleen de machines waarbij J is ingevuld kunnen voorkomen op het overzicht stam- gegevens machine (programma 720).