De bestandsnaamgeving
Er zit een zeker systeem in de gebruikte bestandsnamen. Helaas is dat systeem niet 100% waterdicht, maar het is toch handig om in ieder geval de grote lijn te kennen. De meeste bestandsnamen hebben de volgende indeling:
- Positie 1: letter F (File = bestand)
- Positie 2: Indicatie gebruikte pakket (B= BASTA, K= KAVTA, M= MEUTA, etc.)
- Positie 3: de bedrijfsletter
- Positie 4, 5, 6: een unieke kode die aangeeft waar het bestand voor gebruikt wordt
De belangrijkste uitzondering vormt positie 3. Een aantal bestanden heeft daar een letter A staan terwijl deze bestanden ook voor andere bedrijven dan A gebruikt worden. Dit geldt b.v. voor :
- FBAX10 met de BASTA stuurparameters voor alle (ooit) gebruikte bedrijven
- FLA* met de gegevens voor het algemeen lijstprogramma
- FTAX* met nog meer stuurgegevens
Het zal duidelijk zijn dat het verwijderen van het A bedrijf lastiger is dan enig ander bedrijf. Het is dan ook af te raden om voor bedrijven welke men denkt ooit weer te moeten verwijderen, zoals testbedrijven, als bedrijfsletter een A te kiezen. Het is natuurlijk niet onmogelijk om bedrijf A te verwijderen, maar dan mag niet vergeten worden om voor het verwijderen de bestanden als FBAX10, FLA* en FTAX* van een andere naam tevoorzien. Niet alleen het verwijderen van bedrijf A levert overigens problemen op, ook het terugzetten van een kopie van bedrijf A is niet zonder risico's. In FBAX10 wordt b.v. ook voor elk bedrijf bijgehouden in welke periode met bezig is. Stel dat u net de periode afsluiting van bedrijf B heeft gedraaid, zodat de 'huidige' periode met 1 verhoogd is en vervolgens besluit een backup van bedrijf A terug te zetten. U krijgt dan de 'oude' versie van FBAX10 terug, met in bedrijf B niet de huidige periode, maar de vorige, terwijl die periode in bedrijf B nog wel afgesloten is.