533 A/I/M Orders
Met programma 533 A/I/M Orders kunt u een order invoeren, op het scherm bekijken, of wijzigen. De order kunt u vervolgens afdrukken met behulp van programma 548 en verder afhandelen in de verkoopmodule.
![]()
Werkwijze aanmaken Start programma 533. Debiteur Geef de debiteur. U kunt gebruik maken van een zoeksleutel. De NAW-gegevens van de debiteur worden op het scherm getoond. Ordernummer Het systeem maakt na <RETURN> een nieuw ordernummer aan. Kopgegevens Voer de kopgegevens in: - Factuur- en verzendadres - Contaktpersoon - Afleverdatum - Vertegenwoordiger- en rayoncode - code BTW - Percentage deelfacturering - Magazijncode - Referentie (van de klant) - Datum afdruk orderbevestiging - Datum afdruk pakbon - Datum afdruk afleverbon Keuze Kies voor ingeven van de regels, of voor muteren van de zojuist ingegeven kopregels. <R> = VERWERKEN REGELS <K> = MUTEREN HEADER-GEGEVENS Regelgegevens Voer de regelgegevens in. U kunt 4 regelsoorten ingeven: artikelregels, vreemd- productregels, tekstregels en kortingsregels. Deze typen regels worden verderop beschreven. Het verdient aanbeveling om bij het aanmaken van een order wat 'ruimte' in de regelnummering te houden, zodat u later zonder problemen regels kunt invoegen. De laatste 4 ingevoerde regels worden in de midden- balk getoond. Tijdens het invoeren van regels kunt u met <F3> bladeren door alle reeds ingevoerde regels. Het aanmaken van een order sluit u af met <F4>. U keert dan terug naar de ingave van het debiteur- nummer, waar u een volgende order kunt aanmaken of muteren, of het programma kunt beëindigen met <F4>. U keert dan terug naar het menu. Werkwijze muteren Start programma 533. Debiteur Geef de debiteur. U kunt gebruik maken van een zoeksleutel. De NAW-gegevens van de debiteur worden op het scherm getoond. Ordernummer U kunt direct het ordernummer ingeven, of met <F3> zoeken in de orders voor deze debiteur. Keuze Kies voor muteren van de regels of van de kop- gegevens. <R> = VERWERKEN REGELS <K> = MUTEREN HEADER-GEGEVENS Kopgegevens Vanaf de rubriek 'factuuradres' loopt u met <RETURN> naar de rubriek die u wilt wijzigen. Voer de nieuwe gegevens in, en loop verder met <RETURN> naar de laatste rubriek. U keert daarna terug naar de keuze. Denk erom dat u (indien nodig) de afdrukkode voor de orderbevestiging weer op 'N' zet als u de order weer wilt afdrukken. Regelgegevens U kunt nieuwe regels invoeren, en bestaande regels wijzigen. Met <F3> kunt u vanaf regel 01 door de reeds ingevoerde regels bladeren, met <F1> krijgt u informatie over de reeds ingevoerde regels in de middenbalk van het scherm. Einde Met <F4> na het wijzigen van de kopgegevens of na het wijzigen van de regelgegevens beëindigt u het muteren van de order. U keert dan terug naar de ingave van het debiteurnummer, waar u een volgende order kunt aanmaken of muteren, of het programma kunt beëeindigen met <F4>, waarna u terugkeert naar het menu.
Rubrieken kopgegevens
In de kop zijn alle gegevens opgenomen die voor de verwerking van de order ten behoeve van sturing en kontrole noodzakelijk zijn, en eenmalig voorkomende gegevens.
Debiteurennummer 6 N U kunt het debiteurennummer rechtstreeks invoeren, of zoeken via de zoeksleutels die bij de debiteur zijn ingegeven. De debiteur moet in het systeem bekend zijn; wilt u een order invoeren voor een 'nieuwe' klant, dan zult u deze eerst via programma 200 (A/I/M Debi- teuren) moeten invoeren. Wanneer u een niet-bestaand debiteurennummer ingeeft, dan wordt dit door het pro- gramma opgevat als zoeksleutel. Ordernummer 6 N Aanmaken nieuwe order: - <RETURN>: systeem maakt nieuw nummer aan. Muteren bestaande order: - Voer nummer in, of - <F3>: zoek in de aanwezige orders voor deze debiteur. Geef u een foutief nummer in, dan maakt het sys- teem automatisch een nieuw aan, en gedraagt zich verder als bij het aanmaken van een nieuwe order. Factuuradres 3 N In het systeem aanwezige adressen kunt u oproepen met een 3 cijferige code. Default (<RETURN>) is het afwijkende factuuradres dat bij de betreffende debiteur is ingevoerd. Indien bij deze debiteur geen afwijkend factuuradres is ingevoerd, dan is de code 0 (geen afwijkend adres) default. U kunt een (nieuw) afwijkend adres aanmaken door een niet gebruikte code afwijkend adres in te geven met <F1>. U kunt dan invoeren: - Naam 23 A - Adres 23 A - Postcode 6 A - Plaats 17 A Het programma slaat dit dan op als een tijdelijk afwijkend adres (zie programma's 201 en 211 van de debiteurenmodule). Wanneer u een code ingeeft van een niet-bestaand afwijkend adres met <RETURN>, kunt u zoeken per sleutel, of met alle zoeksleutels op het scherm. Verzendadres 3 N Naast een afwijkend factuuradres kunt u een afwijkend verzendadres opgeven. De procedure is gelijk aan die van het ingeven van een afwijkend factuuradres. Contactpersoon 23 A Bij het overzetten van een offerte naar order voegt het pakket de eerste 4 posities van de rubriek voorletter en de naam tot één veld samen. Bij het invoeren van een nieuwe order voert u de contactpersoon direkt als één veld in: default is de extra naam uit het debiteurenstambestand. Afdruk op de orderbevestiging: t.a.v. contactpersoon wordt tussen de naam en het adres van de debiteur afgedrukt. Referentie 15 A In deze rubriek kunt u een eventuele referentie van de debiteur vermelden. Of deze referentie al of niet verplicht is geeft u aan met de code referentie in het debiteurenstambestand. Afleverdatum 8 N Default (<RETURN>) is de huidige datum. Vertegenwoordiger 2 N Default (<RETURN>) is de code van de vertegen- woordiger die u bij de debiteur heeft ingevoerd. U kunt deze code overnemen, of een andere code ingeven. Bij het afdrukken van overzichten, en in de statistiekmodule, kunt u deze rubriek als selectiecriterium gebruiken. Rayon 2 N Default (<RETURN>) is de code van het rayon die u bij de debiteur heeft ingevoerd. U kunt deze overnemen, of een andere code ingeven. Bij het maken van overzichten kunt u deze rubriek als selectiecriterium gebruiken. Bevestiging J/N (indien afgedrukt: met datum) Deze rubriek staat bij het invoeren van een nieuwe order op N (niet afgedrukt). Bij het afdrukken wordt deze code op J gezet, en de datum van afdrukken ingevuld. Wanneer u een order muteert dient u de desbetreffende code weer op N te zetten, zodat programma 548 de orderbevestiging weer zal afdrukken. Als u door omstandigheden het invoeren van een order niet kunt voltooien, zet u dan de kode tijdelijk op J zodat de orderbevestiging niet voortijdig wordt afgedrukt. Pakbon afgedrukt Pakbon Afleverbon afgedrukt Afleverbon J: reeds afgedrukt N: nog niet afgedrukt X: reeds afgedrukt, tijdens afdrukken bonnen wordt op de order op de nog af te drukken regels beke- ken; criterium is daarbij het aantal. De codes J en N kunt u wijzigen, code X niet. Code BTW 1 N Hiermee kunt u aangeven of al dan niet BTW over de gehele order moet worden berekend. De berekening van de BTW gebeurt dan volgens de bij de artikelen ingegeven code (hoog/laag/geen) Code 0: geen BTW berekenen Code 1: wel BTW berekenen U kunt dus (voor deze order) de bij de debiteur ingegeven code BTW buiten werking stellen. Deelfacturering 2 D 2 Wanneer u over deze order een deelfaktuur wilt uitbrengen, kunt u hier het percentage van het totale orderbedrag invoeren dat als (eerste) deelfactuur berekend zal worden. Met programma 534 moet u de deelfaktuur gereedmelden, waarna met programma 521 de deelfactuur kan worden afgedrukt. Wilt u een deelfactuur over een bepaald bedrag uitbrengen kunt u dit bedrag invoeren via programma 534. Magazijn 1 N Met de code magazijn geeft u aan vanuit welk magazijn de order moet worden geleverd. Een order kan slechts uit 1 magazijn geleverd wor- den, ook als u met meerdere magazijnen werkt.
Rubrieken artikelregels
![]()
In artikelregels kunt u artikelen, die bekend zijn in het artikelbestand, in de order opnemen. Aan het artikel kunt u, in de artikelregel, tekstblokken koppelen.
Regelnummer 2 N U kunt ten hoogste 99 regels in een order op- nemen. Soort regel (S) 1 A (A = artikel) De regelsoort vult u in bij het invoeren van een regel. Wanneer U een bestaande regel op- roept kunt u de regelsoort niet wijzigen; wilt u bijvoorbeeld een artikelregel door een vreemd- productregel vervangen moet u eerst de 'oude' regel verwijderen, waarna u een nieuwe regel met hetzelfde nummer kunt invoeren. Artikel 9 N U kunt direct het artikelnummer ingeven, of zoeken in het artikelbestand. Bij een enkel- voudig artikel of een permanente stuklijst kunt u nu direct de inhoud van het tekstblok bepalen. Bij ingave van een ad-hoc-stuklijst dient u eerst de samenstelling van het arti- kel in te geven. Het inveoeren van een ad-hoc- stuklijst gebeurt op dezelfde manier als dat van een permanente stuklijst: zie programma 542. Het artikelnummer is niet binnen een bestaande artikelregel te wijzigen; de regel moet in zijn geheel verwijderd worden, waarna u een nieuwe regel kunt invoeren. Standaard wordt de omschrijving van het arti- kel op de orderbevestiging afgedrukt. Wilt u ook het artikelnummer op de bevestiging afdrukken, dan kan dat alleen door dit als tekst in te geven. Artikelgroep (AG) 2 N Grootboekcode (GK) 2 N Artikelgroep en grootboekcode worden door het programma ingevuld vanuit het artikelbestand. Wilt u deze rubrieken wijzigen, dan kan dat door in de rubriek kostenplaats <F2> te geven. Bij verdere doorloop worden korting en omzet volgens deze groep verwerkt. Meer informatie hieromtrent vindt u in de handleiding van de afsprakenmodule en de statistiekmodule. Tekstblok De omschrijving van het (hoofd)artikel wordt in de eerste regel van het tekstblok geplaatst. Indien bij het (hoofd)artikel een tekstcode is ingevoerd, verschijnen in het tekstblok de be- treffende tekstblokregels met hun afdrukcode. Omschrijvingen en tekstblokregels van de com- ponenten van een stuklijst kunt u oproepen met <SLTK> met <F1>. De inhoud van tekstblokregels kunt u naar be- hoefte aanpassen. Ook kunt u regels verwijderen, of nieuwe regels tussen- of achtervoegen. Extra tekstblokken kunt u ophalen door de tekstkode met <F1> in te geven of door met <F3> te zoeken. Afdrukcode Voor elke tekstblokregel moet u de afdrukkode be- vestigen (eventueel na wijziging). Code Tekstblokregel afdrukken op: 0 Offerte, orderbevestiging, inkooporder 1 Offerte 2 Order(bevestiging) en factuur 3 Inkooporder 4 Offerte en orderbevestiging 5 Offerte en inkooporder 6 Orderbevestiging en inkooporder 7 Pakbon, afleverbon en factuur Wanneer het tekstblok naar wens is samengesteld kunt u met <F4> doorgaan naar de volgende rubriek. Kostenplaats 2 N Hulpkostenplaats 2 N Wanneer u in de boekhouding met kostenplaatsen en hulpkostenplaatsen werkt, dient u hier de beide rubrieken in te geven. Aantal 7 D 2 Aantal bestelde artikelen. Met <F1> kunt u voor ingave van het aantal informatie opvragen over de beschikbare voorraad in beide magazijnen. Het aantal wordt standaard op de orderbevestiging afgedrukt. Prijs 6 D 2 De verkoopprijs die voor het (hoofd-)artikel geldt wordt op het scherm gezet. In de onderste regel op het scherm wordt vermeld hoe prijs en korting zijn opgebouwd. De wijze waarop de prijs tot stand komt vindt u beschreven bij de modules voorraad en prijsafspraken. U kunt de prijs voor deze order wijzigen. De prijs wordt standaard op de orderbevestiging en de factuur afgedrukt. Kostprijs(verr.prijs) 6 D 2 Betreft deze regel een enkelvoudig artikel dan wordt de verrekenprijs uit het artikelbestand hier ingevuld. U kunt deze rubriek niet wijzigen. Per (prijseenheid) 5 N De prijseenheid zoals opgenomen bij het artikel wordt op het scherm gezet. U kunt de prijseen- heid alleen op de orderbevestiging afdrukken door deze als tekst op te nemen. Korting 2 D 2 Op het scherm wordt de geldende korting vermeld. In de onderste regel op het scherm wordt gemeld hoe de korting is opgebouwd (voor nadere beschrij- ving van de opbouw van prijzen en kortingen zie de beschrijving van de afsprakenmodule). Met <RETURN> kunt u het voorgestelde percentage overnemen, of u kunt (voor deze order) een an- der percentage ingeven. Het uiteindelijke kor- tingspercentage wordt standaard op de order- bevestiging afgedrukt. Leverancierscode 6 N Wordt door het programma ingevuld vanuit de artikelgegevens. De naam van de crediteur wordt op het scherm getoond. Code BTW 1 N Wordt door het programma ingevuld vanuit de artikelgegevens: 0: geen BTW op dit artikel 2: BTW laag 3: BTW hoog Voorraad-indicatie 1 N Met deze code bepaalt u hoe de order verwerkt wordt: - enkelvoudige art. Code 0/1: Getracht wordt het artikel vanuit de beschikbare voorraad te leveren. Is er te weinig voorraad, dan wordt het aantal dat niet te leveren is in backorder geplaatst. Code 2/3: Het bestelde aantal wordt direkt in backorder geplaatst zonder de beschikbare voorraad te gebruiken. - stuklijsten Code 0 (combinatie): Eerst wordt bekeken of er voorraad is bij het eind- product, is deze onvoldoende dan wordt voor het restant geprobeerd het eindproduct samen te stellen vanuit de voorraad van de componenten. De bijbeho- rende reserveringen worden conform uitgevoerd. Code 1 (geen stuklijst): Eventuele voorraad van de componenten wordt gene- geerd. Bij onvoldoende voorraad van het eindproduct ontstaat dan een backorder van het eindproduct. Code 2 (in backorder via stuklijst): De beschikbare voorraad wordt genegeerd en er worden direct backorders voor de componenten genoteerd. Code 3 (in backorder geen stuklijst): De beschikbare voorraad wordt genegeerd en het be- stelde aantal eindproducten wordt direct in back- order geplaatst.
Rubrieken kortingsregels
Kortingsregels kunt u gebruiken om een korting over de gehele order of een deel daarvan te geven, naast de korting per artikel- resp. vreemd-productregel. Deze korting kan gegeven worden als bedrag of als percentage.
Extra
Een via een kortingsregel ingegeven korting wordt berekend boven de korting in de artikel- of vreemd-productregels.
Bedrag of percentage
Wanneer u de korting als bedrag geeft wordt dit zonder meer op het totaalbedrag van de order in mindering gebracht. Wanneer u de korting als percentage geeft, dan geldt deze over de voorgaande artikel- en vreemd-productregels, vanaf de eerste artikel- c.q. vreemd-productregel, of vanaf de eerste artikel- c.q. vreemd-productregel na de vorige kortingsregels.
Regelnummer 2 N U kunt ten hoogste 99 regels in een order op- nemen. Soort regel (S) 1 A (K = korting) Op het scherm verschijnt de mededeling: INGAVE PRIJS, <RETURN>=INGAVE KORTING Bedrag 7 D 2 Wilt u een kortingsbedrag invoeren, dan kunt u dit bedrag in het veld PRIJS ingeven. Percentage 2 D 2 Wilt u de korting als percentage geven, geef dan <RETURN> in het veld PRIJS, en geef daarna het kortingspercentage in het veld KORT.
Rubrieken tekstregels
![]()
In tekstregels kunt u de begeleidende tekst van een order opnemen: inleiding, eventuele toelichtingen etcetera. U kunt tekstregels rechtstreeks ingeven, of ze oproepen uit het trefwoord OFTK.
Regelnummer 2 N U kunt ten hoogste 99 regels in een order op- nemen. Soort regel (S) 1 A (T = tekst) Tekstregels hebben een maximale lengte van 70 tekens. Naast 'gewone' tekstregels bestaan ook 'sluitregels'. Sluitregels worden na de totalen afgedrukt. Zij zijn dus geschikt voor het vermelden van leve- rings- en betalingsvoorwaarden, en de 'onderteke- ning' van de orderbevestiging. Het regelnummer van sluitregels moet 80 of hoger zijn. Per tekstregel kunt u twee afdrukkodes meegeven. Hiermee bepaalt u waarop de tekst moet worden afgedrukt: Code Tekstblokregel afdrukken op: 0 Algemeen 1 Offerte 2 Orderbevestiging 3 Pakbon 4 Afleverbon 5 Factuur (niet op deelfactuur) Tekstregels zijn specifiek gebonden aan offertes en orders in de offertemodule en worden dus niet meegenomen naar inkooporders. Teksten die u van- uit de offertemodule op de inkooporder moeten terechtkomen moeten dan ook in het tekstblok van een artikel- of vreemd-productregel worden opge- nomen.
Rubrieken vreemd-productregels
![]()
In vreemd-productregels neemt u de te leveren goederen of diensten op die niet in het artikelbestand bekend zijn. Deze kunnen dan toch geheel binnen de geautomatiseerde administratie verder verwerkt worden.
Regelnummer 2 N U kunt ten hoogste 99 regels in een order op- nemen. Soort regel (S) 1 A (V = vreemd product) De regelsoort vult u in bij het invoeren van een regel. Wanneer U een bestaande regel op- roept kunt u de regelsoort niet wijzigen; wilt u bijvoorbeeld een artikelregel door een vreemd- productregel vervangen moet u eerst de 'oude' regel verwijderen, waarna u een nieuwe regel met hetzelfde nummer kunt invoeren. Tekstblok De omschrijving van het produkt kunt u in één of meerdere tekstblokregels ingeven, of ophalen uit het tekstblokkenbestand. De inhoud van tekstblokregels kunt u naar behoefte aanpassen. De inhoud van tekstblokregels kunt u naar be- hoefte aanpassen. Ook kunt u regels verwijderen, of nieuwe regels tussen- of achtervoegen. Extra tekstblokken kunt u ophalen door de tekstkode met <F1> in te geven of door met <F3> te zoeken. Afdrukcode Voor elke tekstblokregel moet u de afdrukkode be- vestigen (eventueel na wijziging). Code Tekstblokregel afdrukken op: 0 Offerte, orderbevestiging, inkooporder 1 Offerte 2 Order(bevestiging) en factuur 3 Inkooporder 4 Offerte en orderbevestiging 5 Offerte en inkooporder 6 Orderbevestiging en inkooporder 7 Pakbon, afleverbon en factuur Wanneer het tekstblok naar wens is samengesteld kunt u met <F4> doorgaan naar de volgende rubriek. Artikelgroep (AG) 2 N In een vreemd-productregel dient u de artikel- groep zelf in te vullen. Bij verdere doorloop worden korting en omzet volgens deze groep verwerkt. Meer informatie hieromtrent vindt u in de handleiding van de afsprakenmodule en de statistiekmodule. Grootboekcode 2 N U moet zelf de grootboekcode ingeven. De grootboek- code bestaat uit de posities 2 en 3 van de relatie- codes voor de betreffende grootboekrekening in de 400, 500 en 600-serie relatiecodes (zie de beschrij- ving van de relatiecodes in de systeemdocumentatie). Kostenplaats 2 N Hulpkostenplaats 2 N Wanneer u in de boekhouding met kostenplaatsen en hulpkostenplaatsen werkt, dient u hier de beide rubrieken in te geven. Aantal 7 D 2 Aantal '0' kunt u gebruiken om posten op nacalcu- latiebasis of stelposten in de order op te nemen. Het bestelde aantal wordt standaard op de order- bevestiging afgedrukt. Prijs 6 D 2 U moet de verkoopprijs zelf invoeren. Deze prijs geldt over het aantal dat u bij de prijseenheid ingeeft. De prijs wordt standaard op de order- bevestiging en de factuur afgedrukt. Kostprijs(verr.prijs) 6 D 2 U moet zelf deze prijs ingeven. Deze prijs geldt over het aantal dat u bij de prijseenheid ingeeft. Per (prijseenheid) 5 N U moet de prijseenheid zelf invoeren. U kunt de de prijseenheid alleen op de orderbevestiging afdrukken door deze als tekst in het tekstblok op te nemen. Korting 2 D 2 Alleen eventuele debiteurenkorting wordt op het scherm vermeld. Met <RETURN> kunt u het voor- gestelde percentage overnemen, of u kunt (voor deze order) een ander percentage ingeven. Het uiteindelijke kortingspercentage wordt standaard op de orderbevestiging afgedrukt. Leverancierscode 6 N U moet zelf het crediteurnummer ingeven. Via de <F3>-toets kunt u in het crediteurenbestand zoeken. Voorraad-indicatie 1 N Deze rubriek wordt in een vreemd productregel niet gebruikt. Geef <RETURN> = 0.