Het is mogelijk om gereed te melden uit produktie per afdeling, maar noodzakelijk is het niet. Het grote voordeel om het niet te doen, is dat men meestal sneller werkt. Men hoeft tenslotte niet per afdeling te guppen, maar alleen aan het eind van de produktie en men kan deze stap zelfs vergeten voor verkooporders en automatisch laten gereedmelden uit produktie tijdens de fakturering.

U begrijpt dat er ook redenen te verzinnen zijn om wel te willen gereedmelden per afdeling. Bedrijven met een lange doorlooptijd zijn namelijk altijd benieuwd hoe ver ze precies met met produktie zijn (en als die bedrijven dat niet willen weten, zijn er altijd wel klanten die daar belangstellend naar informeren). Door gereed te melden per afdeling weet men precies welke afdeling met de produktie voor een orderregel bezig is. Een bijkomend voordeel is dat door te guppen in meerdere stappen de voorraad van verbruikte items telkens wordt bijgewerkt en niet pas op het moment dat het eindprodukt klaar is.

Het pakket biedt, via een aparte module, de mogelijkheid om per afdeling gereed te melden, maar dit kost extra werk in de vorm van ingaves. Daarom is het handiger om alleen te kiezen voor het gereedmelden per afdeling, als men deze ingaves grotendeels voorkomt door te gaan werken met barcodestickers en barcodelezers. Daarvoor zal uw programmatuur moeten worden aangepast, omdat u zelf bepaalt wat er aan leesbare tekst op zo'n barcode sticker moet worden afgedrukt. U kunt bijvoorbeeld denken aan het wel of niet afdrukken van debiteuren gegevens en of een sticker het hele produktieproces doorloopt of dat u liever een sticker per afdeling afgedrukt ziet. Het voordeel van barcodes zal duidelijk zijn. Men hoeft niet langer de gereed te melden orders en regels in te tikken, maar kan deze scannen, wat niet alleen vlotter werkt maar ook nog eens de kans op tikfouten uitschakelt.

Het guppen per afdeling is alleen mogelijk voor ingeplande verkooporders en niet voor interne produktie-orders. De reden daarvoor ligt in de historie van MEUTA. Het is namelijk standaard mogelijk om, via nacalculatie, het aantal eindprodukten te laten afwijken van het aantal dat op de orderregel staat. Dat is makkelijk als er bijvoorbeeld iets tijdens produktie kapot valt en men het niet opnieuw gaat maken. Als deze optie gebruikt moet worden met de mogelijkheid om per afdeling gereed te melden dan moet men voor het goede per exemplaar bijhouden waar het in produktie is terechtgekomen. Dat is op zich nog wel te doen als men met barcodes werkt, maar om al die verschillende produktiestadia per orderregel te tonen, werkt weinig overzichtelijk. Daarom is de volgende keuze gemaakt :

• Bij verkooporders wordt altijd het ingeplande aantal gemaakt en is deelguppen per afdeling mogelijk
• Bij interne produktie-orders kan men meer of minder eindprodukten maken dan gepland zijn, maar men kan niet gereedmelden per afdeling

Misschien lijkt dit beperkend, maar in de praktijk valt dit wel mee om een aantal redenen :

• Van verkooporders wil men er net zo veel maken als men in de planning zet. Mocht er bij de produktie wat fout gaan, dan zegt men niet tegen de klant dat hij pech heeft en maar 3 i.p.v. 4 stoelen krijgt. Bij interne produktie, die voornamelijk betrekking heeft op de serieproduktie van halffabrikaten ligt het aantal te maken eindprodukten vaak minder vast. Lukt het niet om het gewenste aantal te maken, dan is dat jammer, lukt het wel, dan is dat mooi en lukt het om er, door weinig uitval, meer te maken, dan is dat helemaal prachtig.
• Halffabrikaten hebben meestal kortere stuklijsten, een kortere doorlooptijd en minder afdelingen, zodat guppen per afdeling vaak overbodig is.
• Als klanten vragen hoe ver een order is heeft men het altijd over het door hen bestelde eindprodukt, nooit over halffabrikaten op interne produktie-orders