De teksten welke na ingave van de betalings- en leveringsconditie worden getoond zijn gelijk aan de teksten bij dezelfde codes bij de debiteuren. Dit kan verwarring geven. Het aantal werkelijke vervaldagen hoeft bij een gelijke conditie namelijk niet bij debiteuren en crediteuren gelijk te zijn. Het probleem is dat de debiteuren worden afgehandeld door MEUTA en de crediteuren door BASTA.

NMT010, betalingscondities debiteuren
BAK400, betalingscondities crediteuren

Om verwarring te voorkomen is de volgende werkwijze aan te raden :

• Gebruik een serie condities voor de debiteuren, bijvoorbeeld kodes 0 t/m 20
• Gebruik een serie condities voor de crediteuren, bijvoorbeeld kode 21 t/m 40
• Maak voor alle condities teksten aan via NMT010

• Bij het bepalen van de seriegrootte dient u wat ruimte vrij te laten voor eventuele later toe te voegen condities.
• Wees niet zo slim om voor gelijke conditieteksten van debiteuren en crediteuren dezelfde kode te gebruiken. Dat lijkt in eerste instantie minder tikwerk, maar als u later uw betalingscondities voor debiteuren ooit moet herzien, is het alleen maar lastig, omdat de tekst bij dezelfde conditiekode bij de crediteuren dan nergens meer op slaat.

Tot slot nog een waarschuwing betreffende de betalingsconditie van de crediteuren. Als u met BAK400 een aantal vervaldagen aan de conditie heeft gekoppeld, wordt dat aantal dagen gebruikt. Indien u geen vervaldagen aan de betalingsconditiekode van de crediteuren koppelt, wordt het aantal vervaldagen gelijk gesteld aan het nummer van de betalingsconditiekode. Bij gebruik van lage kodenummers is elke crediteurenfaktuur op die manier opvallend snel door zijn aantal vervaldagen heen. Als u vervolgens een overzicht van openstaande posten van crediteuren draait, zult u opvallend weinig fakturen in de kolom 'niet vervallen' tegenkomen. Om dit te voorkomen dient u dus BAK400 te draaien.