| NMO900 |
Het is mogelijk om tijdens het afdrukken van orderbevestigingen ook tekstbestanden aan te laten maken van de orderbevestigingen en deze bestanden (naderhand) te faxen met behulp van dit programma. Voor een juiste werking dient wel aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan :
NMX300 - stuurgegevens 3, veld 23
set FAXDIR=/padnaam/
FAXDIR, keuze van een directory voor faxen
Het programma begint met om een printer te vragen. Deze wordt alleen gebruikt voor het signaleren van een tweetal mogelijke problemen. Er wordt een melding naar de printer gestuurd als het verwachte tekstbestand blijkt te ontbreken of als er geen faxnummer is gevonden. Vervolgens wordt gevraagd hoe u wenst te faxen. Normaal gesproken kiest men voor het faxen na 20.00 uur i.v.m. het lagere tarief. U kunt echter ook kiezen voor het direct versturen van een fax.
Indien u kiest voor het faxen na 20:00 uur worden de nog te faxen orders getoond en kan men zo nodig bepaalde orders uitsluiten, zodat daar geen fax van wordt verstuurd. Onder te faxen orders worden orders verstaan waarvan sinds de (laatste) orderbevestiging nog geen fax is verstuurd. Van de goedgekeurde orders worden faxen verstuurd. Indien u het venster waarin faxen kunnen worden geselecteerd voortijdig wenst te verlaten, kan dit via <F2> worden gedaan.
Indien u kiest voor het direct faxen van een order wordt gevraagd om het betreffende ordernummer. Het is mogelijk om een ordernummer in te geven waarvan reeds eerder na 20:00 een fax is verstuurd, zonder eerst een nieuwe orderbevestiging te moeten afdrukken. Indien een klant dus belt dat een fax is mislukt, omdat het papier op was, kunt u meteen een nieuwe fax sturen zonder eerst weer een orderbevestiging af te hoeven drukken. Van de te faxen order moet de order zelf nog bestaan, evenals het te faxen tekstbestand. Indien u een fax direct verstuurd, wordt de betreffende order automatisch uit het bestand verwijderd dat wordt gebruikt voor het bijhouden van 's avonds te faxen orderbevestigingen, zodat de fax niet twee keer op een dag wordt verstuurd.
Voor het faxen van een orderbevestiging zijn drie gegevens van de debiteur belangrijk : de bedrijfsnaam, de kontaktpersoon daar en natuurlijk het faxnummer. Voor elke te versturen fax worden deze gegevens uit de stamgegevens van de debiteur opgehaald. Indien de betreffende order een afwijkend faktuuradres gebruikt wordt gepoogd om deze gegevens uit het afwijkende adres te halen. Indien het afwijkende adres echter geen faxnummer bevat, worden toch de stamgegevens gebruikt.
Het maakt overigens niet uit hoe u het faxnummer ooit heeft ingegeven. U kunt er diverse soorten leestekens in hebben staan, zoals haakjes, spaties of streepjes. Voor bepaling van het te gebruiken faxnummer worden alle tekens, welke geen cijfer zijn, weggefilterd.
De te faxen tekstbestanden, waarin de inhoud van de orderbevestiging wordt opgeslagen, hebben als bestandsnaam het ordernummer. Als u na het afdrukken van de orderbevestiging ontdekt dat er iets verkeerd op staat, dit verbetert en opnieuw een orderbevestiging afdrukt, zal de tekst van de juiste orderbevestiging die van de foute overschrijven in het te faxen bestand.
Aangezien MEUTA in de referentie voor de fax het ordernummer opslaat, is het mogelijk om een relatie te leggen tussen het ordernummer en de job-ID van I(F)x, en wel via het commando ifxstatus -F"%j %R" ¦ pg. Dit zal niet veel gebruikt worden, maar kan zijn nut hebben als men per ongeluk te veel orders heeft aangemeld om te faxen en een aantal faxopdrachten toch nog wenst te verwijderen. (Bij een standaard installatie van i(F)x is het commando vanuit BBx uit te voeren met programma NMXIFX)
Menu : verkopen / verkopen extra