| NMS520 |
Met dit programma is het mogelijk om diverse overzichten te maken. Het is mogelijk om de gegevens per periode, maand of week te bekijken en het is mogelijk om deze gegevens met een ander tijdvak te vergelijken. Hieronder worden de mogelijke ingaves behandeld.
U kunt kiezen uit periode, maand of week. De datum heeft betrekking op de datum van de orderinvoer, dit i.t.t. NMS500, het overzicht statistiek universeel, waar de datum betrekking heeft op de faktuurdatum. Binnen dat programma wordt niet gekeken naar naar de nog lopende orders.
U geeft hier een onder- en bovengrens in van de gekozen tijdseenheid. Beide dienen betrekking te hebben op hetzelfde jaar. Indien u voor weken heeft gekozen, moet u bedenken dat er maximaal 15 weken op het papier naast elkaar kunnen worden afgedrukt. Er wordt altijd automatisch een extra kolom met de totalen toegevoegd.
Hier kunt u maximaal 5 data ingeven om te vergelijken met het basis tijdvak. U geeft hier alleen maar de begindatum van elk tijdvak in. Het programma bepaalt via het basis tijdvak zelf hoeveel kolommen er na deze begindatum volgen. Ook hier dient u er voor te zorgen dat elk tijdvak binnen eenzelfde jaar valt. De vergelijking van deze tijdvakken met het basistijdvak vindt alleen plaats op sub- en eindtotaalnivo. De vergelijking bestaat uit het verschil tussen het basistijdvak en de gekozen vergelijkingstijdvakken en de waarde van het basistijdvak als percentage van elk vergelijkingstijdvak.
Er zijn diverse criteria mogelijk : debiteur, rayon, categorie, inkooporganisatie, inkooporganisatie en lidnummer, routekode, grootboekkode debiteur (wordt vaak gebruikt voor indeling in landen), alle produkten, modellen, artikelen, vreemd produkten en extra veld. Dit laatste 'extra veld' is alleen te benutten als het gebruik van dit veld is uw programmatuur is opgenomen. Standaard is dit niet het geval.
De volgorde waarin criteria worden ingegeven is van belang. Per criterium kunt u ingeven of u een subtotaal wenst af te drukken of niet. Indien u bij een criterium opgeeft geen subtotaal af te willen drukken, kunt u dit ook bij verder in te geven criteria niet meer doen. U dient dus te beginnen met het ingeven van criteria waarvan u wel een subtotaal wenst te zien. Maar ook dan moet u goed op de volgorde letten. Een volgorde rayon en debiteur is bijvoorbeeld goed omdat dit twee subtotalen zou geven, eentje met het totaal per debiteur per rayon en eentje met het totaal per rayon. De volgorde debiteur en rayon is minder geslaagd omdat hier een totaal per rayon per debiteur wordt gegeven en een totaal per debiteur. 'Wiskundig' geformuleerd dient u de sortering te beginnen met een hoofdverzameling, waarin alle elementen voorkomen en daarna met een deelverzameling daarvan, gevolgd door eventuele andere deelverzamelingen.
Voor alle criteria, m.u.v. 'alle produkten' kunt u grenswaardes ingeven. U kunt kiezen voor het ingeven van een onder- en bovengrens, of u kunt kiezen voor het ingeven van een aantal geselecteerde waardes. Bij criterium 'model' werkt het iets anders. U kunt hier eerst bepalen welke modelrubrieken u wenst te gebruiken en vervolgens per rubriek een onder- en bovengrens ingeven. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om te kijken naar de omzet van modellen met een bepaalde stof. U kunt ook aangeven in welke volgorde de modelrubrieken gesorteerd moeten worden.
Deze vraag verschijnt alleen als u bij alle criteria heeft gekozen voor het afdrukken van subtotalen.
Hier kunt u kiezen welke waardes u af wenst te drukken : aantal, bruto, netto, korting.
Het is beter om eventueel een paar lijsten uit te draaien dan om alles op een enkele lijst te persen. Heeft u eenmaal een lijst die geheel naar wens is, schrijf dan op welke selecties en sorteringen u heeft gekozen, zodat u deze volgende keer niet opnieuw behoeft te bedenken.
NMS510, wissen deel van de statistiekhistorie
NMX300 - stuurgegevens 3, veld 22: uitschakelen van deze statistiek
Menu : statistiek / statistiek vervolg