NMX300 - STUURGEGEVENS 1

In dit scherm kunt u diverse stuurparameters vastleggen.

Scherm :
--------------------------------------------------------------------------
 1  EXTRA NAAM AFDRUKKEN               17  DAGTEKST REGELS OP FAKTUUR
 2  STREPEN AFDRUKKEN BALK             18  UIT PRODUKTIE BIJ FAKTUUR
 3  LEGE REGEL NA OMSCHRIJVING         19  KOSTPR. FAKTUUR VIA STUKL.
 4  AANTAL ORDERBEVESTIGINGEN          20  LAADLIJST BIJ VRACHTBR.
 5  OMZET VIA GR.BK. DEB./MODEL        21  TYPE BUITENL. VRACHTBRIEF
 6  GEBRUIK PRODUKTIE GEGEVENS         22  COLLI-ETIKET/MODEL BIJ VR.BR
 7  AFDRUK MODEL/ARTIKEL NR.           23  COLLI-AANTALLEN INGEVEN
 8  DECIMALEN INGAVE AANTALLEN         24  COLLI-ETIKETTEN/STUKS
 9  MODELOMSCHRIJVING VERDICHT         25  WEEKNR.KONTR. BIJ ORDERINGAVE
10  SUBTOT. VREEMD POSITIES            26 *EERSTE KEER ALTIJD BLADSKIP
11  SUBTOT. ARTIKEL POSITIES           27  ARTIKELOMSCHR. OP INKOOP ORDER
12  SUBTOT. MODEL STAT. RUBRIEK        28  PROVISIE PER REGEL INGEVEN
13  WEKEN PER BEWERKING                29  NALEVEREN OP FAKT.
14  MODULE 'INPLANNEN' IN GEBRUIK      30  BIJ GUP KOSTPRIJS VIA STUKL.
15  PLAN VAN LEVER/STARTWEEK           31  MAX. UITLOOP LEVERW. IN WEKEN
16  ART. TEKSTBLOK GEBRUIKEN           32  DEFAULT PRINT IND. OP ORDER

--------------------------------------------------------------------------
<F2>= TERUG    *** TE MUTEREN RUBRIEK
--------------------------------------------------------------------------
Korte beschrijving van de diverse velden:

  1. Afdrukken van de extra naam uit de debiteurengegevens op orderbevestiging, vrachtbrief, faktuur en aanmaning
  2. Afdrukken van een streep boven en onder de balkregel op orderbevestiging, vrachtbrief en faktuur. Dit is bedoeld voor niet voorbedrukte formulieren
  3. Afdruk van een lege regel na een produktomschrijving op orderbevestiging, vrachtbrief en faktuur
  4. Aantal orderbevestigingen dat men wil afdrukken. Als men papier in meervoud gebruikt zal 1 volstaan
  5. Keuze of de omzet moet worden geboekt via de grootboekkode van de debiteur of van het produkt. Meestal wordt debiteur gekozen, met per land een andere grootboekkode. De omzet voor de modellen wordt dan uit de gewenste statistieken afgelezen
  6. Keuze of men al dan niet met planning wil werken, altijd 'J'
  7. Keuze of men de produktkode plus omschrijving af wil drukken of alleen de omschrijving
  8. Ingave van het aantal decimalen dat men voor aantallen op de verkoop order wil gebruiken
  9. Keuze of men de modelomschrijving wil verdichten door zoveel mogelijk spaties uit de tekst te halen
  10. Opgave van aantal posities van vreemd produkt dat moet veranderen voor een subtotaal in de statistiek
  11. Idem, maar nu voor artikel
  12. Idem, maar nu moet ingegeven worden om welke modelrubriek het gaat
  13. Een standaard aantal weken voor elke bewerking in de stuklijst. Meestal geeft men dit in bij de stuklijst, dat is veel flexibeler
  14. Keuze of men al dan niet van de planning gebruik maakt, altijd 'J'
  15. Keuze of plannen vooruit, vanuit de startweek dient te gebeuren of achteruit, vanuit de leverweek (meest gebruikt)
  16. Keuze of men de tekstblokken welke via een kode aan een artikel kunnen worden gekoppeld wil gebruiken
  17. Ingave van het maximaal aantal mogelijke dagtekstregels op orderbevestiging en faktuur
  18. Keuze of men nog niet uit produktie gereedgemelde regels automatisch wil gereedmelden bij de fakturering (J werkt NIET in combinatie met J bij guppen per afdeling)
    NMX300 - stuurgegevens 3, veld 25
  19. Keuze of men de standaardkostprijs wil gebruiken of de kostprijs via de stuklijst wil laten bepalen. Houdt ook rekening met veld 30 !
    Kostprijs eindprodukt via stuklijst bepalen
  20. Keuze of men bij het gereedmelden van vrachtbrieven gegevens op wil slaan om later een laadlijst van af te kunnen drukken
  21. Keuze type buitenlandse vrachtbrief. Kode 1 is de standaard CMR, 0 is een oud eigen formaat van MEUTA
  22. Keuze of men bij het gereedmelden van de vrachtbrieven gegevens op wil slaan om later colli-etiketten af te drukken
  23. Keuze of men zelf het aantal colli-etiketten per regel in wil geven
  24. Standaard aantal colli-etiketten per regel per stuk
  25. Keuze of men een weeknummercontrole wil bij de orderingave. Indien men niet met leverweken, maar met levermaanden werkt dient deze controle te worden uitgeschakeld
  26. Keuze of men bij alles wat men naar de printer stuurt eerst een leeg blad wenst te sturen. Kies bij voorkeur J. Deze optie is inmiddels hier vervallen en opgenomen in ONDERHOUD SYSTEEMPARAMETERS van BASTA. Bladovergangen binnen MEUTA
  27. De te gebruiken artikelomschrijving op de order :

    KodeBetekenis
    0Korte omschrijving
    1Lange omschrijving
    2Korte omschrijving plus tekstblok
    3Lange omschrijving plus tekstblok
    4Korte plus lange omschrijving en tekstblok

  28. Keuze of het provisie percentage per order of per regel moet worden ingegeven
  29. Keuze of men eventuele naleveringen op de faktuur wil vermelden
  30. Keuze of men bij het gereedmelden uit produktie de standaard kostprijs van het eindprodukt wil gebruiken of de kostprijs via de stuklijst. Houd ook rekening met veld 19 !
    Kostprijs eindprodukt via stuklijst bepalen
  31. Ingave van het maximale aantal weken dat een leverweek mag verschuiven tijdens het automatisch inplannen
  32. De standaard indicatie voor het printen van kortingen op orderbevestiging en faktuur


Terug naar het hoofdmenu
Terug naar het MEUTA menu
Alfabetische MEUTA inhoudsopgave