| PLANNINGSVERSLAG |
Bij het automatisch inplannen wordt een planningsverslag gemaakt. Dit kan tot verwarring aanleiding geven. Een aantal gestelde vragen worden hieronder behandeld.
Ik heb niet ingeplande modellen, omdat er een item niet is, maar in de stuklijst staat voor dat item een ander item dat er net zo min is, waarom wordt dat niet genoemd ?
Het programma stopt met het inplannen van een regel bij het eerste stuklijstitem dat, ook met kunstgrepen als het verschuiven van de planning, niet te reserveren is. Afhankelijk van hoe men het inplannen heeft ingesteld (op lever- of startweek), kan het gebeuren dat de stuklijst van beneden naar boven wordt doorgelopen, waardoor tekorten het eerst aan het eind van de stuklijst worden gesignaleerd, in plaats van bij het begin.
Tegenwoordig kan men voor elk item in de stuklijst aangeven hoeveel weken voor de leverweek dit item nodig is. Vroeger kon dan niet. Toen was de volgorde van de items in de stuklijst van belang. Men begon met items welke men als eerste nodig had en vulde zo de stuklijst verder in. Ook nu kan nog met deze oude methode worden gewerkt. Dit is de reden dat bij het plannen via de leverweek de stuklijst van achter naar voor wordt verwerkt. De items bovenaan de stuklijst worden in dat geval dus als laatste gereserveerd.
Ik heb een item niet. Als ik het verslag bekijk zijn modellen met dat item soms wel en soms niet ingepland. Wat is daarvan de reden ?
Als iets niet voorradig is, bekijkt het programma of het nog op tijd besteld kan worden of dat eventueel nog geschoven kan worden met de leverweek van de orderregel. Als een deel van de modellen wel wordt ingepland, is dat waarschijnlijk het deel waarvoor het item nog op tijd kan worden besteld. De niet geplande modellen staan vermoedelijk op orderregels met een leverweek welke dichter bij de huidige week staat.