SELECTIE EN SORTERING

Beide begrippen hebben op iets geheel verschillends betrekking, maar dit is niet voor iedereen altijd even duidelijk. Zeker als men met het Algemeen Lijstprogramma (ALP) gaat werken, is het van belang dat men duidelijk weet waar elk begrip betrekking op heeft. Ook al omdat binnen het ALP zowel selectie als sortering op eenzelfde kenmerk betrekking kunnen hebben.

Selectie wordt gebruikt om aan te geven dat men slechts belangstelling heeft voor een deel van de gegevens. Bij debiteurengegevens kan men bijvoorbeeld denken aan een selectie op rayon. Er zijn dan bijvoorbeeld 10 rayons in gebruik en men wenst alleen de gegevens van rayon 3 en 4 zien.

Sortering geeft aan in welke volgorde men de gegevens wil zien. Men kan in sommige programma's bijvoorbeeld kiezen voor een sortering op debiteur of op rayon. De computer houdt normaal gesproken voor sorteringen de ASCII volgorde aan. In grote lijnen komt deze volgorde op het volgende neer :

Sorteringen op alfanumerieke velden die numeriek gevuld zijn, kunnen problemen geven. Stel dat u de (alfanumerieke) artikelkode numeriek vult en de volgende artikelen aanmaakt : 2, 11, 33. U zou dan als sortering waarschijnlijk dezelfde volgorde verwachten, maar dat is niet zo. De volgorde wordt 11, 2, 33, omdat de computer niet de hele kode in een keer bekijkt, maar positie voor positie bepaalt waar het getal in de ASCII volgorde thuis hoort. De enige manier om dit op te lossen is door alle getallen op een alfanumeriek veld even lang te maken door er zogeheten voorloopnullen voor te zetten. De kodes worden dan 02, 11 en 33, en de sortering houdt nu de juiste volgorde aan.

In diverse programma's worden numerieke kodes gebruikt, waarbij de programmatuur zelf voor de plaatsing van de voorloopnullen zorgt. U kunt dit bijvoorbeeld zien bij het debiteurnummer.


Terug naar het hoofdmenu
Terug naar het MEUTA menu
Alfabetische MEUTA inhoudsopgave