Beveiliging binnen uw programmatuur

Alle gebruikers van het systeem dienen, voordat de beveiliging in gebruik genomen kan worden, een gebruikersnaam (maximaal 10 posities), een password (maximaal 10 posities) en een prioriteitscode (0 t/m 9) te krijgen. Ook aan programmanummers kan een prioriteitscode (0 t/m 9) worden toegewezen. Gebruikers kunnen alleen nog programmanummers opstarten, waarvan de prioriteitscode lager of gelijk aan hun eigen prioriteitscode is. Maak van te voren een lijst van deze gegevens, zodat deze meteen ingevoerd kunnen worden.

Als de beveiligingsprogrammatuur voor het eerst gebruikt wordt, worden de bestanden voor de beveiliging automatisch aangelegd. In deze bestanden zijn bepaalde gegevens onleesbaar gemaakt. Het is dus niet mogelijk om deze gegevens op het beeldscherm op te roepen, behalve door de beveiligingsprogramma's.

Bij het aanmelden verschijnt een scherm waarin om de naam van de gebruiker wordt gevraagd. Standaard zijn de volgende twee gebruikers aangemaakt:

GEBRUIKERSNAAM PASSWORD      PRIORITEIT
SYSTEEM        PERTEC3200        9
USER           PSWDUSER          4

Log de eerste keer in via de gebruikersnaam met prioriteit 9 (de hoogst mogelijke prioriteit). Alleen de systeembeheerder dient over een gebruikersnaam met prioriteit 9 te beschikken. Gebruikers met een prioriteit lager dan 9 kunnen geen programmanamen meer achter "Keuze:" ingeven en geen programma's meer opstarten, waarvan de proriteit hoger is dan haar of zijn prioriteit. De defaultwaarde voor een programma is een prioriteit van 4.

Start programma SEQMUT op. Via dit programma de gebruikersnamen met passwords en prioriteiten inbrengen. Verwijder ook gebruikersnamen SYSTEEM en USER, maar zorg er wel voor, dat een gebruikersnaam met prioriteit 9 aanwezig is, voordat dit programma verlaten wordt. Met dit programma kunnen ook op een later tijdstip nieuwe gebruikersnamen toegevoegd worden, of bestaande gebruikers gewijzigd of verwijderd worden. Naast de al genoemde gegevens kan ook het basisbedrijf waar de betreffende gebruiker na het inloggen in terecht komt ingegeven worden. Wilt u toch met terminal-afhankelijke menubestanden werken, dan kan aan de betreffende gebruiker ook een basis-terminal toegewezen worden. Als voor dat terminalnummer een menubestand aanwezig is, krijgt de gebruiker dat menu te zien, ongeacht haar of zijn terminalnummer. Het programma geeft een melding als het terminalnummer afwijkt van het terminalnummer dat eventueel aan de prioriteit gekoppeld is met programma SEQPRI. Het laatste veld is de e-mailnaam. Dat veld wordt in de boodschappendienst gebruikt. Gebruikers dienen verder onder hun unix-login naam via BPR137 aangemaakt te zijn. Dat wordt verderop in dit verhaal bij 'Overige mededelingen' behandeld.

Zie voor de boodschappendienst: Uitbreiden beveiliging met boodschappendienst

Via SEQPRG per programmanummer de programmaprioriteit invoeren. Het is alleen noodzakelijk om die programmanummers in te voeren, waarvan de prioriteitscode hoger of lager dan 4 moet worden. Niet ingevoerde programmanummers hebben standaard prioriteit 4. Ook voor een eventuele individuele versie van een programma wordt de ingegeven prioriteitscode weggeschreven. Terminal-afhankelijke menubestanden zijn door deze manier van werken niet meer strikt noodzakelijk, maar er kan nog wel gebruik van worden gemaakt. Ook het toekennen van een password aan een programma (via programma BPR000) blijft mogelijk. Niet vergeten om programma 607 (A/I/M programma's) van een hoge prioriteit te voorzien, anders is men in staat om programma's in het menu te zetten, die dan automatisch prioriteit 4 krijgen en dus een beveiligingsrisico zijn.

Verlaat nu het menuprogramma via UIT en log opnieuw in, maar dan met uw eigen login-naam met prioriteit 9.

In het beveiligingspakket zijn de volgende programma's (opstarten achter 'Keuze:') en mogelijkheden aanwezig:

Beveiliging en menubestanden

Het is het mogelijk om terminal-afhankelijke menubestanden te koppelen aan de prioriteiten en deze menubestanden automatisch te genereren. Deze menubestanden tonen alleen de programma’s die lager of gelijk zijn aan een bepaalde prioriteit. Daardoor krijgen gebruikers alleen nog de programma’s op hun scherm te zien, die ze volgens zijn of haar prioriteit mogen opstarten. Aanpassingen in het menu hoeven ook alleen nog maar in het standaard menubestand aangebracht te worden. Daarvoor zijn enkele eenvoudige handelingen nodig, die onder prioriteit 9 uitgevoerd moeten worden:

Overige mededelingen:

Bij automatische procedure's waarin programma's (dagafsluiting etc.) gebruikt worden moet de beveiliging uitgeschakeld worden door in de betreffende procedure het exec-commando uit te breiden met "SEQAUT". Zie: Het maken van een procedure op uw systeem

Terugkeren naar het hoofdmenu