Uitbreiden beveiliging met boodschappendienst
In combinatie met de beveiliging is een boodschappendienst beschikbaar. De benodigde bestanden worden automatisch aangelegd, gelijk met die van de beveiliging. Deze boodschappendienst is dan nog niet actief. Om met de boodschappendienst te kunnen werken, dient iedere gebruiker zijn eigen login-naam binnen het beveiligingspakket te hebben. Omdat het ongewenst is dat deze login-namen voor andere gebruikers zichtbaar zijn, moet voor iedere gebruiker naast zijn login-naam ook een 'e-mail naam' ingevoerd worden. Op basis van deze e-mailnamen kunnen gebruikers elkaar over het netwerk (ook eventuele beeldschermen, die via datalijnen met het systeem verbonden zijn) boodschappen toesturen.
Deze nieuwe 'e-mail namen' kunnen via het programma SEQMUT ingevoerd of toegevoegd worden bij de bestaande gebruikers. Deze naam is maximaal 35 tekens groot. Een gebruiker zonder 'e-mail naam' kan dus geen boodschappen versturen of ontvangen.
Voor meer informatie over programma SEQMUT: Zie: Beveiliging binnen uw programmatuur
Als voor een bepaalde gebruiker boodschappen aanwezig zijn, dan krijgt zij of hij daarvan een melding bij het inloggen. Binnen Bbx of Pro5 is het NIET mogelijk om een boodschap op het beeldscherm van een gebruiker te zetten op het moment, dat een nieuwe boodschap aangemaakt wordt voor haar of hem.
De gebruikers kunnen op de hoogte gesteld worden van deze boodschappendienst door een mededeling daarover op te nemen in de tekst van het opstartscherm. Deze tekst kan via het programma SEQTEK ingevoerd worden met daarin een verwijzing naar de betreffende menukeuze van de boodschappendienst.
Voor meer informatie over programma SEQTEK: Zie: Beveiliging binnen uw programmatuur
Om boodschappen te kunnen sturen en te kunnen lezen, moet op een vrije plaats in het menu het programma BOOD00 (letter B, letter O, letter O, letter D, cijfer 0, cijfer 0) via programma 607 (A/I/M programma's) toegevoegd worden, met omschrijving 'BOODSCHAPPEN'. Niet vergeten om de prioriteit van dit programma via SEQPRG zo laag als nodig te zetten, zodat iedereen erbij kan.
Voor meer informatie over programma SEQPRG: Zie: Beveiliging binnen uw programmatuur
Binnen het Boodschappendienst-programma krijgt de gebruiker na de start twee keuze's:
1) Verzenden berichten;
2) Lezen ontvangen berichten.
Het verzenden van een bericht: Bij deze keuze verschijnt een 'window' met de naam 'VERZENDEN BERICHT' waarin de boodschap wordt aangemaakt. Iedere boodschap krijgt automatisch een uniek nummer. Dit nummer komt achter 'Berichtnr.' te staan.
Vervolgens verschijnt een tweede window met de naam 'SELEKTIE ONTVANGER'. Binnen dit window verschijnen de namen van alle gebruikers, die toegang tot deze boodschappendienst hebben. Via de <RETURN>-toets kan men scherm voor scherm door deze namen bladeren. Aan het einde wordt automatisch weer teruggegaan naar het begin. Om een gebruiker te selecteren hoeft alleen het nummer, dat voor zijn of haar naam staat, ingegeven te worden. Via de <F1>-toets kan een boodschap naar alle gebruikers toegestuurd worden en via de <F4>-toets kan men terug naar de keuze Verzenden berichten/Lezen ontvangen berichten.
Nadat men een gebruiker heeft geselecteerd, wordt zijn of haar naam (of '**IEDEREEN**' als voor alle gebruikers is gekozen) achter 'Voor:' getoond. Vervolgens kan de kop van het bericht ingegeven worden (maximaal 45 tekens) en het bericht zelf (10 regels van ieder maximaal 77 tekens). Men kan via de <F2>-toets binnen het bericht steeds een ingave terug of via de <F1>-toets aangeven, dat het bericht klaar is.
Als laatste wordt gevraagd of het bericht verzonden moet worden. Met <RETURN> wordt het bericht verzonden, met <N> vervalt het bericht en met <W> kan het bericht nog gewijzigd worden.
Na het versturen wordt gevraagd of het bericht nog vastgehouden moet worden. Met <RETURN> of met <N> antwoorden. Wordt voor vasthouden gekozen, dan blijft het verzonden bericht in het geheugen aanwezig. Men kan dan dezelfde boodschap ook naar een andere gebruiker sturen. Uiteraard is de boodschap weg, als men het programma verlaat. Alleen de als laatst verstuurde boodschap wordt vastgehouden.
Men komt altijd weer terug op de keuze Verzenden berichten/ Lezen ontvangen berichten.
Het lezen van berichten: Wordt voor het lezen van berichten gekozen, dan verschijnt een window met de titel 'Lezen bericht'. Per scherm zijn steeds de kopgegevens (incl. de kop van het bericht en de afzender) van maximaal 6 berichten zichtbaar. Via de <RETURN>-toets kan men door deze schermen bladeren of via de <F4>-toets terug naar de keuze Verzenden berichten/Lezen ontvangen berichten. Op deze manier kan men snel een overzicht krijgen over welke berichten aanwezig zijn ('koppensnellen').
Om een bepaald bericht in zijn geheel te kunnen lezen kan het nummer (tussen 1 en 6) dat voor de volgcode staat met de <RETURN>-toets ingeven worden. Het betreffende bericht verschijnt in zijn geheel.
Hierna krijgt men de vraag of het bericht afgedrukt moet worden. Geef <J> als dat zo is of <RETURN> als dat niet moet gebeuren.
Wordt voor afdrukken gekozen dan verschijnt een window waarin men een keuze uit de printers kan maken. Het bericht wordt naar de geselecteerde printer gestuurd.
Als laatste volgt de vraag of het bericht verwijderd moet worden. Geef < J> als men het bericht wil verwijderen, of <RETURN> als men het bericht nog wil bewaren. Het programma keert altijd terug naar het scherm waarin de kopgegevens van de berichten getoond worden.