NMO410

Onderhoud verkoop/produktie-orders

Aanmaak

Bij het aanmaken van een verkooporder begint men met de kopgegevens. Deze gegevens hebben betrekking hebben op de gehele order. Het gaat hierbij om zaken als debiteurnummer, leveringsconditie en dergelijke. Hierna kan men orderregels gaan aanmaken.

Scherm met kopgegevens:
----------------------------------------------------------------------
Order :          Debiteur :             Order datum :
01 Verzendadres :                       02 Faktuuradres :

03 Referentie   :
04 Statistieknr.:

05 Kode verzamel:                       10 Taal        :
06 Kode betaling:                       11 Valuta kode :
                                        12 Rayon       :
07 Kode levering:                       13 Provisie %  :
                                        14 Ordersoort  :
08 Routekode    :                       15 Korting %   :
09 Gewenste week:
----------------------------------------------------------------------
Bij aanmaak van een order dient u eerst een ordernummer en een debiteurnummer in te geven. U kunt zelf het nummer ingeven of u kunt met <F1> een automatisch volgnummer ophalen. In dat geval worden de eerste twee posities van het ordernummer gevormd door het weeknummer. Het is mogelijk om het automatische ordervolgnummer vanaf een andere waarde te laten tellen met NMB310, onderhoud bedrijfsgegevens en volgnummers

Bij aanmaak van een nieuwe order worden de standaard waarden voor de orderkop automatisch opgehaald. Indien u dat wenst kunt u deze waarden echter nog wijzigen. Indien u bepaalde velden altijd moet wijzigen, is het mogelijk om deze velden (maximaal zes stuks) bij de stuurparameters in te geven (NMX300 - stuurgegevens 2, veld 6: verplichte ingavevelden). Deze velden worden dan automatisch aangedaan.

Tijdens het onderhoud van de orderkop is het ook mogelijk om aan de debiteur of de order gekoppelde tekstblokken te onderhouden.

Mutatie

Als een order bestaat, kunt u deze via het ordernummer oproepen om de order te muteren of nog eens te bekijken. Indien u het ordernummer inmiddels bent vergeten, kunt u met <F1> zoeken op de debiteur. Het muteren van ingeplande produkten vormt een verhaal apart, evenals het muteren van de leverweek in de orderkop.

Om het muteren van orders aan banden te leggen, is het mogelijk om aan te geven t/m welke status een order gemuteerd mag worden. Dit wordt vastgelegd met programma NMX300 - stuurgegevens 4, veld 3: status tot waar te muteren.

Info

Als men de info tak van het programma gebruikt, is het goed om op de hoogte te zijn van enkele daarin gebruikte afkortingen.

Orderregels

Naast de produktregels voor artikelen, modellen en vreemd produkt zijn er ook nog enkele andere regeltypen:

Interne produktie-orders

Dit programma kan ook gebruikt worden om interne produktie-orders bij te houden. In deze orders worden produkten genoemd, welke niet voor een debiteur worden gemaakt, maar voor uw eigen voorraad. U kunt hierbij denken aan serieproduktie van halffabrikaten, maar ook aan produktie van een aantal eindprodukten vooraf, in verband met een te organiseren verkoopactie. Om een interne produktie-order te kunnen invoeren, dient in veld 14 van de kop 'ordersoort' een 2 te worden ingegeven. Overigens moet ook een interne produktie-order bij aanmaak wel degelijk van een debiteurnummer worden voorzien. Dus u moet wel een 'nep' debiteur aanmaken bij onderhoud debiteuren, die uw eigen bedrijf vertegenwoordigt.

Een interne produktie-order verschilt in een aantal opzichten van een normale verkooporder.

Interne produktie-orders zijn overigens niet de enige manier om een produkt in produktie te nemen. U kunt ook een gewone verkooporder inplannen. De makkelijkste manier is om hierbij voor automatisch inplannen te kiezen, maar indien u besluit om handmatig te plannen, kunt u zelfs een deel van een order of van een orderregel inplannen.

Menu : verkopen


Terug naar het hoofdmenu
Terug naar het MEUTA menu
Alfabetische MEUTA inhoudsopgave