Produktie automatisch inplannen
Dit programma wordt gebruikt voor het inplannen van orderseries. Dit i.t.t.
NMI810, het programma voor het handmatig inplannen
(en opheffen), dat per order werkt. NMI830 handelt problemen zoveel mogelijk
automatisch af, zonder te vragen aan welke oplossing men de voorkeur geeft.
Het voordeel van deze werkwijze is dat men niet bij het programma hoeft te blijven
zitten in afwachting van eventueel opborrelende vragen. Om toch een beeld te
geven van tijdens het plannen ontdekte moeilijkheden wordt na
afloop van de automatische planning een planningsverslag afgedrukt. Daarop valt te lezen
wat er is ingepland, maar ook wat niet en waarom.
Scherm :
------------------------------------------
VAN ORDER :
T/M ORDER :
START OF LEVERWEEK <S/L>:
WEEKNUMMER <WWJJ>:
------------------------------------------
Net als bij het handmatig inplannen is ook bij automatisch inplannen
het gebruik van de leverweek i.p.v. de
startweek aan te raden.
Voordat het programma gaat inplannen worden de te plannen regels gesorteerd
op leverweek, zodat de regels die het eerst moeten worden geleverd ook het eerst
worden gepland. Bij het beoordelen of een regel wel of niet kan worden ingepland
spelen verschillende zaken een rol:
- Indien het vervangen van representatiekarakters binnen een stuklijst
item een niet bestaand artikel oplevert, is het afhankelijk van de
instelling van de MEUTA stuurparameters
(NMX300 - stuurgegevens 3, veld 9: check bestaan stuklijstitem)
of zo'n item gewoon wordt genegeerd of niet.
- Tijdens het plannen wordt per item uit de stuklijst vastgesteld in welke week
het item benodigd is. Indien deze week voor de huidige ligt, wordt de week
vervangen door de huidige week. Zodoende hoeft men bij spoedproduktie
niet de leverweken in de stuklijst te herzien.
- Als het om een artikel met capaciteit gaat, zal het ook worden ingepland
als er onvoldoende capaciteit is in de benodigde week.
Na afloop van de planning kunt u met NMK390, overzicht
overschrijding capaciteit, bekijken of de capaciteit binnen bepaalde
afdelingen is overschreden en wat u daaraan wenst te doen. Mogelijk kan
er wat met het personeel geschoven worden of misschien besluit u de
planning van een order toch maar op te heffen.
- Als het om artikelen met voorraad gaat, bekijkt het programma op verschillende
manieren of de voorraad voldoende is (of kan worden):
- De benodigde hoeveelheid van een item wordt bepaald door de volgende
gegevens met elkaar te vermenigvuldigen :
- het gewenste aantal eindprodukten
- het aantal volgens de stuklijst benodigde items per eindprodukt
- de faktor uit de artikelstamgegevens (veld 23) van het item
(Deze faktor speelt vooral een rol bij het gebruik
van stof voor bekleding. Voor een effen stof wordt dan een faktor 1 gebruikt
en voor stof met een patroon een hogere faktor i.v.m. extra snijverlies om
de patronen op elkaar te laten aansluiten. Overigens wordt een faktor 0 op
dezelfde manier afgehandeld als een faktor 1.)
- In eerste instantie wordt de beschikbare hoeveelheid bepaald door de
technische voorraad te verlagen met de reeds gereserveerde hoeveelheid
- Als onvoldoende beschikbaar is, wordt de beschikbare hoeveelheid verhoogd met
de hoeveelheid, welke nog via inkooporders tot de benodigde
week binnenkomt
- Als er nog steeds niet genoeg beschikbaar is, wordt aan de hand van de
levertijd van het stuklijstitem beoordeeld of er misschien nog tijdig
een bestelling kan worden geplaatst
- Als niets voldoende voorraad oplevert, wordt in de MEUTA stuurparameters
(NMX300 - stuurgegevens 1, veld 31: max. uitloop in weken)
bekeken of de leverweek misschien wat naar achteren mag worden geschoven. Zo ja,
dan wordt dat gedaan en wordt met de nieuwe leverweek opnieuw een planningspoging
gedaan, anders wordt de orderregel niet ingepland en wordt dit op het
planningsverslag gemeld
Menu : productie
Terug naar het hoofdmenu
Terug naar het MEUTA menu
Alfabetische MEUTA inhoudsopgave